Op 18 oktober 2017 is bij besluit van toenmalig Staatssecretaris Jetta Klijnsma een nieuw formulier vastgesteld voor de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding.
Evaluatie Wet VPS
Aanleiding voor de aanpassing van het bestaande formulier zijn de uitkomsten van de evaluatie van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS). Na afstemming met de pensioenuitvoerders is het formulier herzien en vereenvoudigd. De praktijk zou hebben uitgewezen dat het bestaande formulier door zowel burgers als professionals als te ingewikkeld werd ervaren. Formulieren werden daarom niet (tijdig) ingediend.
Wet Verevening pensioenrechten bij echtscheiding
Bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van geregistreerd partnerschap wordt het tijdens de inmiddels beëindigde relatie opgebouwde ouderdomspensioen verevend. Dit houdt in dat partners over en weer aanspraak kunnen maken op de helft van elkaars pensioen opgebouwd tijdens huwelijk of geregistreerd partnerschap. Door de scheiding of het einde van het geregistreerd partnerschap binnen twee jaar te melden bij de pensioenuitvoerder met behulp van het formulier, ontstaat een rechtstreeks recht op uitbetaling. Ex-partners zijn daardoor minder afhankelijk van elkaar.
Overgangsrecht
Het oude formulier is nog tot 1 april 2018 geldig. Immers oude formulieren zullen nog in omloop zijn en door uitvoerders worden ontvangen. Dit overgangsrecht voorkomt dat nieuwe formulieren moeten worden ingevuld en ondertekend.
Andere knelpunten
Bij gelegenheid van de evaluatie van de Wet VPS is ook een aantal andere knelpunten benoemd. Zo is de bekendheid met de Wet VPS bij burgers en professionals te klein. Slechts in minder dan de helft van de scheidingen blijkt het formulier te worden ingevuld. Ook is men niet of nauwelijks bekend met de afwijkingsmogelijkheden. 50%-50% is de standaardverdeling. Partijen kunnen daarvan echter afwijken en een ander percentage overeenkomen.
Ook kunnen partijen gebruikmaken van conversie, indien de pensioenuitvoerder daarmee instemt. Bij conversie wordt het te verevenen deel omgezet in een herrekend eigen recht op ouderdomspensioen. Dit betekent dat een eigen recht op een uitkering ontstaat in plaats van een afgeleid recht tot uitbetaling. Men is dan niet langer afhankelijk van het moment waarop de ex-partner het ouderdomspensioen laat ingaan. Ook stopt het recht op uitbetaling dan niet met het overlijden van de ex-partner.
De reikwijdte van de Wet VPS is bij de evaluatie eveneens aan de orde gekomen. De Wet VPS heeft slechts betrekking op het ouderdomspensioen opgebouwd tijdens huwelijk en geregistreerd partnerschap. Indien men samenleeft op basis van bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst bestaat geen wettelijk recht op verevening. Wel kan dan aanspraak bestaan op bijzonder partnerpensioen, ook over de zogenoemde vóór-huwelijkse periode. Daarvoor zijn de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement leidend. Deze kennen vaak een ruimere partnerdefinitie dan de Wet VPS.
Let wel: uitsluitend indien sprake is van partnerpensioen dat is opgebouwd, kan na het einde van de samenleving een aanspraak ontstaan. Indien partnerpensioen op risicobasis is verzekerd, vervalt de aanspraak bij het einde van de partnerrelatie.
Naar aanleiding van de evaluatie is een onderzoek aangekondigd om definities meer op elkaar te laten aansluiten en wellicht ook het toepassingsbereik van de Wet VPS uit te breiden.
Wij houden u op de hoogte.