Eind maart heeft de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen aangenomen. Deze nieuwe wet gaat gelden voor huwelijken gesloten vanaf 1 januari 2018 . Hier leest u meer over de wetswijziging.
Huidige situatie
Wanneer mensen tot 1 januari aanstaande in het huwelijk treden en niet naar de notaris gaan voor het maken van huwelijkse voorwaarden, dan huwt men in een algehele gemeenschap van goederen. In beginsel worden alle goederen en schulden gemeenschappelijk, dit geldt ook voor de meeste goederen en schulden welke men verkrijgt tijdens het huwelijk.
Voorbeeld
Maarten koopt voor het huwelijk een woning voor € 200.000. De woning wordt volledig gefinancierd met een hypotheek. Maarten huwt met Vera, zonder het opstellen van huwelijkse voorwaarden. Er is sprake van een algehele gemeenschap van goederen. De woning en de hypotheek vallen in de gemeenschap. Het huwelijk houdt geen stand en er komt er een echtscheiding. De woning en de hypotheek worden betrokken in de verdeling. De woning is inmiddels € 350.000 waard. Geen van partijen kan het onverdeelde aandeel van de ander in de woning overnemen en dus wordt de woning verkocht voor € 350.000 aan een derde. Vera heeft recht op de helft van de overwaarde, te weten op € 75.000. Voor Maarten een vervelende situatie. Was hij met Vera onder huwelijkse voorwaarden gehuwd, dan had de woning tot zijn privévermogen kunnen blijven behoren.
Privévermogens
Het is niet zo dat alle goederen en schulden gemeenschappelijk worden. Men kan, ook al is er sprake van een gemeenschap van goederen, privévermogen hebben. Te denken valt aan een ontvangen erfenis of schenking, waarvan de erflater of de schenker bepaald heeft dat dit niet in enige gemeenschap van goederen zal vallen, de zogenaamde uitsluitingsclausule. Of te denken valt aan zogenaamde verknochte goederen of schulden en de pensioenrechten.
Nieuwe situatie
Het uitgangspunt van de nieuwe beperkte gemeenschap van goederen is dat alleen het vermogen dat tijdens het huwelijk wordt verkregen in de beperkte gemeenschap valt. Voorhuwelijkse bezittingen en schulden zullen in principe niet meer vallen in de beperkte gemeenschap van goederen, dit geldt ook voor erfenissen en schenkingen, ook wanneer er geen uitsluitingsclausule op rust. Hadden partijen voor het huwelijk al gezamenlijke goederen (een eenvoudige gemeenschap) dan vallen deze goederen wel in de beperkte gemeenschap waarin partijen huwen. Dit ongeacht de eigendomsverhouding van de eenvoudige gemeenschap zoals deze gold voor het huwelijk.
Voorbeeld
Maarten en Vera wonen samen in de door hen gekochte woning, Maarten is voor 70% eigenaar van de woning en Vera voor 30%. Tijdens het samenwonen koopt Maarten een boot en heeft hij € 20.000 op zijn rekening staan. Maarten en Vera gaan trouwen in gemeenschap van goederen. Tijdens hun huwelijk ontvangt Vera een erfenis van haar vader van € 100.000 zonder uitsluitings-clausule.
Huwelijken tot 1 januari 2018
Alles valt in de gemeenschap van goederen en bij een echtscheiding zal er bij helfte verdeeld moeten worden. Er is geen privévermogen.
Huwelijken vanaf 1 januari 2018
De woning valt in de beperkte gemeenschap van goederen, ongeacht de eigendomsverhouding dient deze verdeeld te worden naar de verhouding 50-50%. Dit kan tot ongewenste situaties leiden wat partijen zich van te voren niet realiseren. (In een latere blog zal ik hierop terugkomen.) Maarten heeft voorhuwelijks vermogen: een boot en spaargeld, dit is en blijft zijn privévermogen en wordt niet verdeeld. Vera heeft ook privévermogen, te weten de erfenis van haar vader, ook al had haar vader geen uitsluitingsclausule opgenomen.
Uit dit voorbeeld blijkt dat na 1 januari 2018 voor de nieuwe huwelijken meer en grotere privévermogens zullen ontstaan, welke zich kunnen vermengen met gemeenschappelijk vermogen. Willen partijen bij een echtscheiding hierover geen discussie krijgen dan is het verstandig om er een goede administratie op na te houden.
Andere nieuwigheden vanaf 1 januari 2018
Zoals hiervoor is opgemerkt vallen schenkingen en erfenissen vanaf 1 januari 2018 niet meer in de beperkte gemeenschap van goederen maar is dit privévermogen van degene die de schenking of erfenis ontvangt. De schenker of erflater kan echter bepalen dat de schenking of erfenis toch in de gemeenschap van goederen valt, dit is de zogenaamde ‘insluitingsclausule’.
Willen echtgenoten niet dat een eventuele schenking of erfenis in de gemeenschap van goederen valt, dan moeten zij huwen onder het sluiten van huwelijkse voorwaarden. Op die manier kunnen zij de insluitingsclausule passeren. Neemt een schenker of erflater een uitsluitingsclausule op, hetgeen betekent dat de schenking of erfenis nimmer in enige gemeenschap van goederen valt, dan zijn echtgenoten hieraan gebonden. Zij kunnen een uitsluitingsclausule is van dwingend recht.
Een ander aandachtspunt is het volgende. Heeft een van de echtgenoten voor het huwelijk een eigen onderneming dan valt deze niet in de gemeenschap, het betreft immers voorhuwelijks vermogen.
In de nieuwe wet is een regeling opgenomen hoe om te gaan met de winst uit een onderneming welke niet de in de gemeenschap valt. Bepaald is dat ten bate van de gemeenschap komt een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op een andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of gekomen is. Deze bepaling geldt ook voor de directeur-grootaandeelhouder.
Het is een open en vage norm. Want wat is een redelijke vergoeding? En is deze al wel of niet ten goede gekomen van de echtgenoten? Ook hiervoor geldt: leg een en ander goed vast. Of trouw onder het sluiten van huwelijkse voorwaarden. De vergoeding van arbeidsinspanningen kan duidelijk in de huwelijkse voorwaarden worden omschreven.
Tot slot: goede administratie
Nederland is in de wereld een ‘vreemde eend in de bijt’ met haar algehele gemeenschap van goederen zoals wij die tot op heden kennen. De algehele gemeenschap van goederen wordt vanaf 2018 voor de nieuwe huwelijken gewijzigd in een beperktere gemeenschap van goederen. Aanstaande echtgenoten doen er verstandig aan zich voor het huwelijk te laten informeren over de gevolgen van het huwen in de nieuwe beperktere gemeenschap van goederen. Het risico bestaat dat men eerder zal denken dat het sluiten van huwelijkse voorwaarden niet meer nodig is. Gelet op de vage en open normen in de nieuwe wetsartikelen is dit een misvatting. Aanstaande echtgenoten dienen zich bewust te zijn dat het bijhouden van een goede administratie, juist wanneer zij huwen na 1 januari aanstaande, wenselijk is mocht het huwelijk onverhoopt toch eindigen in een echtscheiding. Door het bijhouden van een deugdelijke administratie kan men aantonen wat privévermogen is en wat gemeenschappelijk vermogen is.
Mocht u vragen hebben, schroom niet om dan contact op te nemen. Wij denken graag met u mee!