In AV&S bespreek ik het recent ter consultatie ingediende “wetsvoorstel tot verruiming recht op premierestitutie verzekeringnemer wanneer hij zijn mededelingsplicht te goeder trouw heeft geschonden.”
Het wetsvoorstel corrigeert een onbedoelde consequentie van de in 2006 ingevoerde nieuwe verzwijgingsregeling.
Het gaat om de situatie dat de verzekeringnemer te goeder trouw zijn precontractuele mededelingsplicht schendt én de verzekeraar niet uitkeert, omdat hij bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering in het geheel niet zou hebben gesloten (art. 7:930 lid 4 BW). In dat geval zal de verzekeraar de premie moeten terugbetalen als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Dat was ook het geval vóór 2006 en lijkt ook redelijk. Dit geldt natuurlijk niet bij fraude (opzettelijke misleiding).
Wel bepleit ik dat de verzekeraar een redelijk bedrag aan kosten zou moeten kunnen inhouden.
Zie hier het artikel in pdf.