In veel arbeidsovereenkomsten wordt een concurrentiebeding opgenomen. Met dit beding wil de werkgever voorkomen dat de werknemer na uitdiensttreding kennis en ervaring van de onderneming gebruikt voor een andere werkgever of eigen bedrijf. Een concurrentiebeding beperkt een werknemer bij het vinden van een nieuwe baan. Maar een werknemer heeft ook het (grond)recht op vrije arbeidskeuze. Hoe verhouden deze belangen zich tot elkaar?
Het concurrentiebeding
Bij een concurrentiebeding mag de werknemer na het dienstverband niet zomaar bij een concurrent in dienst treden. Wil je rechtsgeldig zo’n beding overeenkomen? Dan moet wel aan de strenge voorwaarden die de wet stelt voldaan zijn. Onder omstandigheden kan het dan toch nog zo zijn dat het concurrentiebeding zijn geldigheid verliest. Dat kan als er sprake is van een functiewijziging waardoor het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken. Maar een werknemer kan ook een beroep doen op vernietiging of schorsing van het concurrentiebeding. Dat kan bijvoorbeeld als een werknemer onbillijk wordt benadeeld door het concurrentiebeding.
In een recente uitspraak deed een werknemer een beroep op beide voornoemde punten. Het ging over de geldigheid van het concurrentiebeding en schorsing van het concurrentiebeding. Wat speelde er en tot welk oordeel kwam de rechter?
Feiten
Werknemer werkt sinds december 2010 bij werkgever. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding overeengekomen. Werknemer is sinds de ondertekening van de arbeidsovereenkomst met het concurrentiebeding twee keer van functie gewijzigd. Per 1 oktober 2022 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. Hij wil in dienst treden bij een andere onderneming. Hij heeft daarvoor werkgever toestemming gevraagd, maar deze heeft werkgever niet gegeven. Werkgever stelt zich op het standpunt dat de andere onderneming een directe concurrent is. Beide bedrijven zijn actief in de modulaire bouw. Als werknemer bij de andere onderneming in dienst zou treden zou werknemer dus het concurrentiebeding overtreden. Werknemer stapt naar de rechter met als inzet om alsnog bij de nieuwe werkgever in dienst te mogen treden.
Oordeel rechter
Werknemer stelt allereerst dat het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken. En dat daardoor het beding zijn gelding heeft verloren. Werknemer is namelijk twee keer van functie gewijzigd. Volgens hem had het concurrentiebeding bij deze promoties opnieuw moeten worden overeengekomen. De rechter is echter van oordeel dat deze functiewijzigingen binnen een normaal carrièrepad van werknemer passen. Werknemer is op hetzelfde gebied werkzaam gebleven, namelijk op het gebeid van bouwkundig tekenen. Hij heeft er weliswaar in de loop de jaren meer taken bij gekregen, waaronder leidinggevende taken. Hij is ook meer dan het dubbele gaan verdienen. Maar dat is in een dienstverband van meer dan 10 jaar een te voorziene gang van zaken volgens de rechter. Er is dan ook geen sprake van een ingrijpende en onvoorzienbare wijziging van de arbeidsverhouding. Het concurrentiebeding is dus ook niet zwaarder gaan drukken en heeft zijn geldigheid niet verloren.
Werknemer stelt daarnaast dat hij onbillijk wordt benadeeld door het concurrentiebeding. De rechter weegt de belangen van beide partijen af. Tijdens de mondelinge behandeling heeft werkgever toegelicht dat werknemer gedurende zijn dienstverband (technische) kennis heeft opgedaan. Onder meer van de aanpak en bedrijfsstrategie van werkgever op het gebied van modulair bouwen. Werkgever wil voorkomen dat deze kennis bij een grote concurrent van haar terechtkomt. Werkgever heeft alleen niet onderbouwd welke essentiële relevante technische kennis werknemer heeft. Van welke werkprocessen en strategieën binnen de modulaire bouw hij op de hoogte is. Ook heeft werkgever niet toegelicht waarom het bezit van die kennis een risico vormt voor het door werkgever te beschermen bedrijfsdebiet.
Het concurrentiebeding is zo geformuleerd dat werknemer bij nagenoeg geen enkel bouwbedrijf in Nederland in dienst zou mogen treden. Werknemer zal dan ook ernstig nadeel ondervinden van het concurrentiebeding bij het vinden van ander werk. Volgens de rechter wordt de werknemer daarmee in vergaande mate geschaad in zijn vrije arbeidskeuze. De rechter is van oordeel dat werknemer in verhouding tot het belang van werkgever door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. De kantonrechter schorst daarom het concurrentiebeding.
Conclusie
Is een concurrentiebeding geldig? Of kan het worden gematigd of buiten werking worden gesteld? Dat is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Een concurrentiebeding overeen komen en het gebruik daarvan is dus echt maatwerk. Laat je dan ook goed adviseren. JPR Advocaten helpt je hier graag bij. Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.