De Nederlandse wet biedt de mogelijkheid om een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon aan te stellen. Om misbruik te voorkomen heeft de wetgever art. 2:11 BW in het leven geroepen. Deze bepaling voorkomt dat een persoon van vlees en bloed aan bestuurdersaansprakelijkheid ontkomt door tussenschakeling van een rechtspersoon-bestuurder. Art. 2:11 BW grijpt namelijk door tot aan de natuurlijk persoon. Deze bepaling staat beter bekend als de ‘doorgrijpbepaling’.
Opmerkelijk arrest
Over de reikwijdte van art. 2:11 BW heeft de Hoge Raad een opmerkelijk arrest gewezen in de zaak Van der Meer q.q./Pieper. Hier ging het om de heer Pieper die bestuurder was van de Zwitserse rechtspersoon MyGuide Zwitserland. Deze Zwitserse rechtspersoon was op zijn beurt bestuurder van MyGuide Nederland B.V.. Laatstgenoemde is uiteindelijk failliet gegaan.
Tijdens de afwikkeling van het faillissement ontdekte de curator dat delen uit de administratie ontbraken. Dit is voor hem een reden om Pieper hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor het tekort in de boedel. De Hoge Raad stak hier echter een stokje voor.
In het arrest Van der Meer q.q./Pieper stond de vraag centraal of art. 2:11 BW toegepast kan worden in een geval waarin de rechtspersoon-bestuurder een buitenlandse vennootschap is. De Hoge Raad overweegt dat art. 2:11 BW een Nederlandse rechtsregel is, die ziet op de aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersoon-bestuurders. De vraag of art. 2:11 BW van toepassing is op een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder, wordt echter bepaald door het internationale privaatrecht. Toepassing van dit recht leidt tot de conclusie dat de aansprakelijkheid van Pieper moet worden beoordeeld naar Zwitsers recht. Hierdoor kon Pieper niet aansprakelijk worden gesteld op grond van art. 2:11 BW.
Wat zijn de gevolgen van dit arrest?
Het arrest van de Hoge Raad kan misbruik van het Nederlandse vennootschapsrecht in de hand werken. Met behulp van een simpele constructie wordt immers de aansprakelijkheidsketen gestopt. Hierdoor lopen crediteuren het wezenlijke risico dat zij uiteindelijk achterblijven met hun vorderingen. Het is om die reden raadzaam dat ondernemers, voorafgaand aan het sluiten van langdurige overeenkomsten, onderzoeken wie de bestuurder van de wederpartij is.
Voor vragen op het gebied van vennootschapsrecht kunt u terecht bij de gespecialiseerde medewerkers van JPR.