Vastgoedrecht Bouwrecht
8 januari 2023

De bewijslastverdeling tussen aannemer en opdrachtgever

Bo Streuff
De bewijslastverdeling tussen aannemer en opdrachtgever

Het komt vaak voor dat na de oplevering van een bouwwerk discussie ontstaat over de kwaliteit van het geleverde werk. Gebreken in het uitgevoerde werk kunnen daar de oorzaak van zijn. In dat geval beantwoordt het verrichte werk niet aan de aannemingsovereenkomst. De vraag is vervolgens bij wie de bewijslast ligt dat het werk (niet) met de vereiste zorgvuldigheid is verricht. Het Hof ’s-Hertogenbosch heeft zich onlangs op 13 september 2022 over deze vraag gebogen.

Wat zijn de feiten?

Een bedrijf dat parketvloeren levert en legt (hierna: ‘aannemer’) wordt door de opdrachtgever ingeschakeld om in zijn huis een parketvloer te leggen. Tijdens de opname van de te verrichten opdracht constateert de aannemer een mogelijk vochtprobleem in de woning. De aannemer heeft om die reden advies ingewonnen bij een specialist. Deze bevestigt het vochtprobleem. Hij adviseert om te onderzoeken waar het vocht vandaan komt. Daarnaast adviseert hij om een nieuwe ondervloer te storten alvorens het parket te leggen. De aannemer bespreekt het probleem met de opdrachtgever. De aannemer brengt eind 2016 een offerte uit.

De opdrachtgever legt vervolgens zelf een betonnen vloerconstructie. Hij laat in eigen beheer hierop een cementdekvloer aanbrengen. De specialist controleert de cementdekvloer en acht deze voldoende goed als ondergrond voor het parket. Op deze cementdekvloer legt de aannemer vervolgens in februari 2017 een parketvloer. Hierbij besteedt de aannemer geen aandacht meer aan onderzoek over de herkomst van het vocht en de vochtige binnen- en buitenmuren.

Ongeveer acht maanden later, in oktober 2017, is de parketvloer omhoog en bol gaan staan. De opdrachtgever stelt de aannemer aansprakelijk voor de schade.

Oordeel rechter

Allereerst stelt het hof dat van belang is dat tussen partijen niet alleen sprake is van een koopovereenkomst van een vloer, maar ook een overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 van het Burgerlijk Wetboek (hierna ‘BW’). De aannemer is verplicht bij het aangaan en het uitvoeren van de opdracht de opdrachtgever te waarschuwen als sprake is van gebreken en/of ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever (artikel 7:760 jo. 7:754 BW). Houdt de aannemer zich niet aan zijn waarschuwingsplicht? Of handelt hij op een andere manier onzorgvuldig? Dan is hij in beginsel aansprakelijk voor de schade.

Het hof oordeelt dat de aannemer voldoende gemotiveerd heeft bewezen dat hij bij het aangaan van de overeenkomst voldoende heeft gewaarschuwd. Hij heeft het vochtprobleem immers besproken met de opdrachtgever. Echter, bij de start van de werkzaamheden heeft de aannemer niet gewaarschuwd. Hij heeft immers toen geen aandacht meer besteed aan de oorzaak van het vochtprobleem. Het hof stelt dat de aannemer erop toe had moeten zien dat de naar aanleiding van het deskundigenadvies aangebrachte betonnen vloer en/of de daarop aangebrachte dekvloer, alsmede de naastliggende muren, dusdanig deugdelijk waren dat de parketvloer op dat moment kon worden aangebracht. De aannemer heeft voor de start van de werkzaamheden niet gecontroleerd of de vloer voldoende droog was. Hieruit volgt dat de aannemer niet aan de op haar rustende waarschuwingsplicht heeft voldaan. Dat levert een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst op.

Daarnaast is sprake van eigen schuld aan de kant van de opdrachtgever. Hij heeft de door de aannemer gegeven adviezen, inhoudende te (laten) onderzoeken waar het vocht vandaan komt en dit te (laten) behandelen, immers niet opgevolgd. Om die reden dragen partijen beiden 50% van de schade.

Bewijslast waarschuwingsplicht aannemer

De wetgever heeft de aannemer willen belasten met het bewijs dat hij bij de uitvoering van het werk de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Uit die vereiste zorgvuldigheid kan een waarschuwingsplicht voortvloeien. Vindt de opdrachtgever dat de aannemer tekort is geschoten in de op hem rustende waarschuwingsplicht? Dan is het in beginsel aan de opdrachtgever om dit te bewijzen. Voert de aannemer daaropvolgend het verweer aan dat hij wel of voldoende heeft gewaarschuwd? Dan rust de bewijslast van de gegeven waarschuwing op de aannemer. Indien de waarschuwing mondeling heeft plaatsgevonden, wordt het lastiger om dit te bewijzen.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Naar verwachting gaat per 1 juli 2023 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WkB) in. Deze wet beoogt de waarschuwingsplicht aan te scherpen voor met name consument-opdrachtgevers. Artikel 7:754 lid 2 BW (nieuw) introduceert drie extra eisen voor de waarschuwingsplicht. Zo dient de waarschuwing schriftelijk te geschieden en ondubbelzinnig (oftewel duidelijk) te zijn. Daarnaast dient de aannemer te wijzen op de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Denk bij dit laatste aan het wijzen op eventuele meerkosten of risico’s. Met deze aanscherping is het de bedoeling om discussies over aansprakelijkheid bij gebreken te beperken.

Art. 7:754 lid 2 BW (nieuw) is van dwingend recht voor consument-opdrachtgevers. Lid 1, het huidige artikel 7:754 BW, is slechts van regelend recht voor consument-opdrachtgevers. Dat is de daarin neergelegde maatstaf voor de waarschuwingsplicht daarmee ook. Aannemers kunnen daarom met consument-opdrachtgevers een ruimere waarschuwingsmaatstaf afspreken. Zij moeten zich desondanks wel houden aan art. 7:754 lid 2 BW. Daarin zijn de drie (hiervoor besproken) eisen neergelegd. Bij professionele opdrachtgevers geldt dat zowel lid 1, als lid 2 van regelend recht zijn. Daardoor kunnen deze artikelen in een overeenkomst worden beperkt.

Het is van belang om discussies over waarschuwingen zoveel mogelijk te voorkomen. JPR Advocaten kan u daarbij adviseren. Bent u als aannemer of professioneel opdrachtgever al in een geschil over aansprakelijkheid beland? Of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op. Onze bouwrechtadvocaten helpen u graag verder.

 

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.