De reikwijdte van de milieuschadeverzekering
Hoe vaak komt het voor? Een eigenaar van loodsen met daken, bestaande uit asbestplaten, schakelt een professionele partij in om de asbestplaten te verwijderen. Biedt de milieuschadeverzekering dekking als na de werkzaamheden geconstateerd wordt dat kleine brokjes asbest nog verspreid in de loodsen liggen en alsnog verwijderd moeten worden? Onlangs moest de Rechtbank Den Haag over een dergelijke casus beslissen.
Wat was er aan de hand?
Een verzekerde van Reaal was een ondernemer met meerdere loodsen, waarvan de daken bestonden uit asbestplaten. Eind 2014 besloot de ondernemer de asbestplaten te laten vervangen door metalen platen en schakelde daarvoor een professionele partij in. Na de werkzaamheden werd echter geconstateerd dat kleine brokjes asbest en mos verspreid lagen in de loodsen.
De Milieuschadeverzekering
De ondernemer deed een beroep op zijn Milieuschadeverzekering ( MSV ). Hij stelde dat sprake was van een onder de MSV gedekte emissie en dat hij schade leed als gevolg van de verontreiniging. In de polisvoorwaarden was een emissie gedefinieerd als “het onvoorzien vrijkomen van (…) fijn verdeelde vaste stoffen”. Reaal weigerde dekking.
Onvoorziene emissie?
In zijn vonnis van 25 april 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:4991) wees de rechtbank de vordering af. Hij overwoog dat de oorzaak van het vrijkomen van de asbestbrokjes was gelegen in de werkzaamheden aan het asbestdak. Nu algemeen voorzienbaar was dat daarbij asbestbrokjes loskomen is, aldus de rechtbank, geen sprake van een emissie in de zin van de polisvoorwaarden. Dit vrijkomen was immers niet onvoorzien.
Veroorzaakt door de professionele saneerder?
Verzekerde beriep zich er nog dat hij deze werkzaamheden had uitbesteed aan een professioneel saneringsbedrijf. Maar ook dat beroep mocht hem niet baten. Dat verzekerde ervan uit mocht gaan dat de saneerder de verspreiding van asbest in de loodsen zou voorkomen, althans zou opruimen en dus de schade onvoorzien was voor de verzekerde, maakt dit, aldus de rechtbank niet anders.
Ook een andere oplossing is denkbaar
https://www.rijksoverheid.nl/o...In de literatuur wordt namelijk al langere tijd discussie gevoerd over de begrippen “plotseling en onvoorzien”, zoals die in veel polisvoorwaarden voorkomen, bijvoorbeeld als invulling van het begrip (on)zekerheid in de zin van art. 7:925 lid 1 BW. In dat verband wordt ook wel betoogd dat anders moet worden gekeken naar het begrip “onvoorzien” en hieronder ook schade door een fout van een derde kan worden begrepen, Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als die fout van de derde voor de verzekerde onvoorzien zou zijn (o.a. Hof Den Haag, 7 oktober 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3101). Soms kan een verzekerde er namelijk niets aan doen dat een saneerder een fout maakt. En zeker niet als hij daarvoor een professioneel bedrijf inschakelt.
De wetgever grijpt in
Geschillen zoals hier beschreven zullen de komende tijd waarschijnlijk vaker gaan spelen nu het verbod op asbestdaken nadert (2024). Vanaf dan zijn asbestdaken verboden! Verwacht wordt dat steeds meer eigenaren hun asbestdaken zullen gaan vervangen.
Tot slot
Om discussie te voorkomen zouden verzekeraars er voor kunnen kiezen om een specifieke bepaling over de vervangingswerkzaamheden op te nemen in de polisvoorwaarden. Aangesloten zou in dat geval kunnen worden bij de bepalingen over het betrachten van voldoende milieuzorg (zoals aan de orde in het vonnis: Rechtbank Noord-Holland 18 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3112).
Hoe dan ook zal het begrip “onvoorzien” een belangrijke rol blijven spelen. Verwezen kan worden naar het arrest van de Hoge Raad van 9 juni 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1055), waarin de Hoge Raad benadrukte dat het dekkingsvereiste in de polisvoorwaarden dat schade “plotseling en onvoorzien” moet zijn ontstaan een primaire dekkingsbepaling inhield waar afzonderlijk aan moest worden getoetst.
Heeft u vragen over mogelijke asbestgerelateerde dekkingsgeschillen? Wij denken graag mee!