De wet Flexibiliteit en Zekerheid trad 15 jaar geleden in werking. Een wet die op dat moment tegemoet kwam aan de wensen van zowel de werkgever als de werknemer om een andersoortige, meer flexibele arbeidsrelatie te kunnen aangaan. Deze regeling heeft er dan ook voor gezorgd dat de flexibele schil bij de werkgever, waaronder ook de werkgevers in de zorg, aanzienlijk is uitgebreid. Zo is het aantal ZZP’ers binnen 10 jaar gegroeid van 5,9% tot ruim 10% in 2012 van de totale beroepsbevolking.
Deze ontwikkeling is natuurlijk niet vreemd, want de flexcontracten geven de werkgever veel meer flexibiliteit en beperken bovendien de risico’s. Denk bijvoorbeeld aan het risico van loondoorbetaling bij ziekte. Anderzijds biedt het ook de werknemer de mogelijkheid om zijn eigen regie te voeren over het werkende deel van zijn leven.
Eigen regie of schijnconstructie
Een ZZP’er wordt geacht voor eigen rekening en risico te werken. Dat betekent dus zelf de werving van meerdere klanten ter hand nemen, zorgen voor achtervang etcetera. In de praktijk bleek dat echter lang niet altijd het geval. Volgens de staatssecretaris is in de zorgsector veelvuldig sprake van een gezagsverhouding tussen de opdrachtgever enerzijds en de ZZP’er anderzijds. Schijnconstructies volgens de staatssecretaris en dat is de reden dat vooruitlopend op de invoering van de Wet Werk en Zekerheid, de laatste maanden de noodzakelijke verklaring ‘’VAR-winst uit onderneming’’ (VAR-WUO) veelvuldig wordt geweigerd. Zonder deze verklaring komt de ZZP’er niet aan het werk omdat de opdrachtgever in dat geval het risico loopt dat de fiscus alsnog aanklopt voor loonheffing en premies.
Wet Werk en Zekerheid
Bij deze actie lijkt de overheid (belastingdienst) vooruit te lopen op één van de doelstellingen van de Wet Werk en Zekerheid, namelijk het tegengaan van het oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen en schijnconstructies. Een wet die momenteel (mei 2014) nog bij de Eerste Kamer ligt ter behandeling en waarvan een deel - volgens de doelstelling van het kabinet - per 1 juli 2014 moet worden ingevoerd. Overigens is dit wel net het deel dat tot doel heeft het oneigenlijke gebruik van flexibele arbeidsvormen tegen te gaan.
Alternatief
De ZZP’er die daadwerkelijk als ondernemer opereert, dat wil zeggen als zelfstandige een bedrijf voor eigen rekening en risico runt en uit dien hoofde zelf zorgt voor klanten en voor de financiële afwikkeling naar zowel de opdrachtgever als naar de fiscus, zal nog steeds in aanmerking komen voor een VAR-WUO verklaring. Het alternatief is volgens de staatsecretaris een loondienstverband. Menigeen zal dit geen goed alternatief vinden, maar gezien de strekking van voormeld wetsontwerp en de kritische beoordeling van de VAR-aanvragen door de belastingdienst, leidt dit tot de conclusie dat het aantal ZZP’ers in de zorg vrijwel zeker zal gaan afnemen.