Bij een ontslag op staande voet moet het de werknemer onmiddellijk duidelijk zijn waarom hij wordt ontslagen. Dit geeft de werknemer de gelegenheid na te gaan of hij terecht is ontslagen. Aan deze mededelingseis worden hoge eisen gesteld. De werkgever moet concreet uiteenzetten welke specifieke feiten aan de werknemer worden verweten. Of de werkgever aan deze mededelingseis voldoet zal mede afhangen van het soort gedraging en of voorafgaand al duidelijk is aangegeven – bijvoorbeeld door een waarschuwing of schorsing – dat bepaald gedrag niet wordt getolereerd. De ontslagmededeling kan niet naderhand worden gerepareerd of aangevuld met (verbeterde) ontslaggronden. Kortom, het moet in één keer goed zijn. Is dat niet het geval, dan kan de werkgever met een nietig ontslag worden geconfronteerd.
Een probleem waar de werkgever bij een ontslag op staande voet in verband met de mededelingseis nogal eens tegenaan loopt, is wanneer in de ontslagmededeling strafrechtelijke termen worden gebruikt, zoals diefstal, fraude e.d. De Hoge Raad heeft onlangs in een zaak uitspraak gedaan, waarin de werknemer tweemaal gebruik had gemaakt van de bedrijfstankpas om met de privéauto van zijn vrouw te tanken. De werkgever ontslaat de werknemer op staande voet wegens diefstal van bedrijfseigendommen. De werknemer roept de nietigheid van het ontslag in en voert daarbij aan dat de werkgever bij een ontslag op staande voet dat uitsluitend is gebaseerd op het delict diefstal alle strafrechtelijke omstandigheden en bestanddelen van dit delict moet bewijzen (o.a. opzet). Bij een dergelijke strafrechtelijke interpretatie van de ontslaggrond kan een ontslag op staande voet al snel onderuit gaan. De kantonrechter gaf de werknemer gelijk; de Hoge Raad deed dat niet en maakte duidelijk dat de ontslaggrond mede moet worden uitgelegd in het licht van de omstandigheden van het geval en dat het er om gaat dat de werknemer direct duidelijk is wat hem wordt verweten. Dit betekent dat de werkgever, die een strafrechtelijke term heeft gebruikt in de ontslagbrief, dus niet per se alle bestanddelen van het strafrechtelijke delict (diefstal) hoeft te bewijzen. Het gaat erom of voor de werknemer direct duidelijk is welke dringende reden tot de opzegging heeft geleid. Het blijft niettemin van het grootste belang bij een ontslag op staande voet zo concreet en duidelijk mogelijk de gedraging(en) te beschrijven waarop het ontslag op staande voet is gebaseerd. Het meest veilige is dan ook zoveel mogelijk een beschrijving van de feiten te geven en weg te blijven van strafrechtelijke termen.