Het aanvragen van een faillissement om zo van overtollig of ziek personeel af te komen werkt niet altijd. Het kan zelfs leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van de directeur. Wij lichten hier een praktijkgeval toe.
Een klein bedrijf, B.V., maakt al een paar jaar verlies. Er zijn twee personeelsleden in dienst bij het bedrijf. De directeur vraagt een ontslagvergunning voor hen aan bij het UWV, maar deze wordt geweigerd. Daarna weigeren de werknemers het bedrijf over te nemen. Na een tijd wordt een van de werknemers ziek en niet meer betaald door zijn werkgever. De directeur van het bedrijf hevelt twee grote klanten en een groot deel van de inventaris over naar een zusterbedrijf. Vervolgens geeft hij het eigen faillissement van de B.V. aan dat door de rechtbank wordt uitgesproken. De curator in het faillissement ontslaat beide personeelsleden. De directeur neemt met een nieuwe B.V. het restant van het bedrijf over van de curator zonder de werknemers een nieuwe baan aan te bieden.
Een van de werknemers laat het er niet bij zitten, hij stelt de directeur privé aansprakelijk voor de schade. De werknemer heeft namelijk een tijd geen loon ontvangen en mist als gevolg van het faillissement zijn transitievergoeding.
Normaal gesproken is een directeur van een B.V. niet aansprakelijk voor de schulden van de B.V. zelf. Echter wanneer hem zoals dat heet ‘persoonlijk een ernstig verwijt’ kan worden gemaakt is hij privé wel aansprakelijk. In dit praktijkgeval vond het gerechtshof dat de directeur misbruik van het faillissement had gemaakt en hem daarom een dergelijk verwijt kon worden gemaakt. Het maakt dan niet meer uit of er een of meer B.V. ‘s tussen zitten. De directeur moet van het hof in totaal bijna € 70.000,- aan de oud-werknemer betalen.
De directeur had het er dan ook wel naar gemaakt. De failliete B.V. had een zusterbedrijf, waarvan de directeur ook eigenaar was. Zij deden over en weer werk voor elkaar. Het zusterbedrijf rekende daar echter drie keer zoveel voor als het bedrijf zelf. Daarnaast had het bedrijf al veel eerder kunnen verhuizen naar de bedrijfsruimte van het zusterbedrijf, om de kosten te besparen. Tot slot waren belangrijke inkomsten niet verantwoord en had de directeur geen nieuwe ontslagvergunning aangevraagd. De vorige ontslagvergunning was alleen afgewezen omdat het afspiegelingsbeginsel niet was toegepast. Een belangrijk deel van het werk van de failliete B.V. wordt nu in de nieuwe B.V. verricht. De nieuwe B.V. maakt gebruik van de bestaande website van de oude B.V. en tot slot heeft de nieuwe B.V. dezelfde directeur en aandeelhouder als de oude.
Goede raad kost geld, maar deze brokken kosten nog veel meer. Wij adviseren en helpen u graag verder. Neem voor vragen contact op met een van onze advocaten ondernemingsrecht.