Ontslag hoogleraar eerste zaak na normalisering rechtspositie ambtenaren
Per 1 januari 2020 is de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (hierna: WNRA) in werking getreden. Deze wet zorgt ervoor dat de positie van (de meeste) ambtenaren zoveel mogelijk gelijk is getrokken met de positie van werknemers.
Er zijn inmiddels verschillende categorieën ‘ambtenaren’:
• de ‘blijfambtenaren’ waarvoor niets is gewijzigd;
• de ambtenaar in de zin van de nieuwe Ambtenarenwet;
• de ‘oud-ambtenaar' die inmiddels werknemer is en waarop de nieuwe Ambtenarenwet niet van toepassing is.
Kantonrechter bevoegd in plaats van bestuursrechter
Op de laatste twee categorieën is vanaf 1 januari 2020 de arbeidsrechtelijke regelgeving van toepassing. Een van de gevolgen daarvan is dat de bestuursrechter niet langer bevoegd is te beslissen over ontslagzaken van deze categorieën ambtenaren/werknemers. In plaats daarvan is de kantonrechter bevoegd daarover te beslissen.
Op 27 maart 2020 heeft een kantonrechter voor het eerst een uitspraak gedaan over een ‘oud-ambtenaar’. In deze uitspraak gaat het om het ontslag van een hoogleraar. Rijksuniversiteit Groningen dient een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in, omdat de hoogleraar met twee medewerkers een stichting had opgericht. De RUG is hier niet van op de hoogte gesteld. Gelden die bestemd zijn voor de RUG worden vervolgens naar deze stichting overgemaakt, waardoor de RUG de controle over dat geld verliest. Volgens de kantonrechter heeft de hoogleraar hiermee ernstig verwijtbaar gehandeld en levert dit een redelijke grond voor ontbinding op.
De hoogleraar voert onder andere als verweer dat het financiële toezicht door de RUG gebrekkig was, waardoor een en ander heeft kunnen gebeuren. De kantonrechter komt hierdoor echter niet tot een ander oordeel. De kantonrechter verwijst in dat verband naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin een soortgelijk verweer is gevoerd door een ambtenaar. De kantonrechter overweegt dat die uitspraak weliswaar is gedaan in het ambtenarenrecht van vóór 1 januari 2020, maar dat die uitspraak ook op de onderhavige zaak van toepassing is “nu de werknemer nog steeds ambtenaar is”.
Ambtenaar vs. werknemer
De overweging van de kantonrechter dat de werknemer nog steeds ambtenaar is, lijkt niet juist. In de nieuwe Ambtenarenwet is opgenomen dat uitsluitend nog kan worden gesproken van een ‘ambtenaar’ als deze bij een overheidswerkgever in dienst is. In de wet is expliciet opgenomen dat openbare universiteiten geen overheidswerkgevers zijn. Een hoogleraar is dan ook inmiddels een ‘gewone werknemer’ en mag dus geen ambtenaar meer worden genoemd.
Uitspraken bestuursrechter blijven van invloed
Interessant is dat de kantonrechter van oordeel is dat de eerdere uitspraken van de bestuursrechter relevant zijn gebleven na 1 januari 2020. De kantonrechter is daar – wat mij betreft – een goede weg mee ingeslagen. Niet alle zaken zijn immers voor een ambtenaar gewijzigd. Zo zijn voor ambtenaren uit de tweede categorie de integriteitseisen van kracht gebleven. Ik zie dan ook geen reden om in die gevallen niet te kijken naar bestuursrechtelijke uitspraken uit het verleden.
Heeft u een vraag over een ontslag in het kader van de WNRA? Neem gerust contact met ons op.