De finale kwijting lijkt op het oog een standaard formulering in de overeenkomst. Toch luistert de formulering nauw.
Een stichting en de bestuurder (tevens werknemer) sluiten een beëindigingsovereenkomst onder finale kwijting. De stichting lijdt schade en wenst de schade vervolgens te verhalen op de oud-bestuurder.
Ziet de finale kwijting in deze beëindigingsovereenkomst ook op de bestuurdersaansprakelijkheid? De advocaat-generaal van het parket bij de Hoge Raad laat zich hierover uit.
De feiten en de finale kwijting in het kort
Met opname van een ‘finale kwijting’ beogen partijen in de regel een allesomvattende regeling te treffen. In de regel zullen zij daarmee alle ‘losse eindjes’ willen wegwerken.
In de onderhavige kwestie hebben de stichting en de directeur-bestuurder de volgende bepaling opgenomen:
“Behoudens en voor zover de uitvoering van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen betreft, hebben partijen niets meer van elkaar te vorderen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst, de wijze van beëindiging daarvan en de daarmee gepaard gaande financiële afwikkeling of anderszins en verlenen partijen elkaar algehele en finale kwijting. Partijen erkennen dat behalve de afspraken welke zijn vastgelegd in deze vaststellingsovereenkomst, geen nadere afspraken en/of overeenkomsten meer bestaan.”
De bestuurder was in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst en tevens benoemd als statutair bestuurder.
Daardoor was de bestuurder zowel arbeidsrechtelijk als vennootschapsrechtelijk verbonden met de stichting.
Achter de beëindigingsovereenkomst is een concept-aanhangsel gevoegd. Dit document was niet getekend. In het aanhangsel wordt de mogelijkheid voorbehouden om de bestuurder in de toekomst aansprakelijk te stellen. Die mogelijkheid is weliswaar besproken, maar maakt uiteindelijk geen onderdeel uit van de uiteindelijke beëindigingsovereenkomst.
Ziet de finale kwijting ook op bestuurdersaansprakelijkheid?
Volgens de advocaat-generaal van de Hoge Raad (en volgens het gerechtshof) is dat hier het geval.
De vraag of bestuurdersaansprakelijkheid aan de orde kon komen, was immers door partijen besproken. Bovendien wordt in de beëindigingsovereenkomst aan de positie van de directeur-bestuurder gerefereerd; niet enkel aan de arbeidsrechtelijke positie.
En tot slot hebben partijen (weloverwogen) de aanduiding 'anderszins' gebruikt bij bepaling ten aanzien waarvan partijen niets meer van elkaar te vorderen hebben. Daarmee is de reikwijdte van de finale kwijting ruimer geworden.
Tips
De partijbedoeling kan bij onduidelijkheden een rol spelen bij de uitleg van een overeenkomst. Niet alleen wat partijen op schrift bepalen, maar ook wat zij bespreken (en daaruit mochten afleiden) voorafgaand of tijdens een overeenkomst, kan worden betrokken bij de uitleg van een bepaling.
De gevolgen kunnen zich ver uitstrekken. Valt alles op voorhand te overzien zonder juridische bijstand door een advocaat? Vergelijk een andere kwestie waarbij de bestuurder wel met succes aansprakelijk kon worden gesteld. Ondanks de opname van finale kwijting.
Wilt u meer weten over finale kwijting of een beëindigingsbijeenkomst voor bestuurders? Neem dan contact op met de specialisten van JPR Advocaten.