Per 1 januari 2015 treden de eerste onderdelen van de Wet Werk en Zekerheid in werking. Het betreffen de maatregelen die de positie van de flexwerker beogen te verbeteren. Per 1 juli 2015 treedt vervolgens het nieuwe ontslagrecht in werking.
Ontslagroutes
Onderdeel van het nieuwe ontslagrecht zijn de gesplitste ontslagroutes. Onder het huidige (duale) systeem kan in geval van gedwongen ontslag worden gekozen tussen de kantonrechter of het UWV. Daarvoor in de plaats komt de regel dat de ontslaggrond bepaalt welke instantie bevoegd is om over een ontslagaanvraag te oordelen. De ontslaggronden zijn limitatief opgesomd in artikel 7:669 lid 3 BW (nieuw). Artikelen 7:671a en 7:671b BW (nieuw) schrijven kortgezegd voor dat het UWV vanaf 1 juli 2015 oordeelt over het ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en ontslag bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter beoordeelt de overige (meer in de persoon gelegen) ontslaggronden.
Ontslag van een grensarbeider: nu
Indien werkgever en werknemer het niet eens worden over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, heeft de werkgever voor het ontslag van de werknemer toestemming nodig van de kantonrechter of het UWV. Op dit moment staat het de werkgever nog vrij een keuze te maken tussen een van beide instanties.
Europese regelgeving, te weten de Verordening (EU) nr. 44/2001, maakt dat een in het buitenland woonachtige werknemer alleen gedaagd kan worden voor een gerecht in de lidstaat waar hij woont. Onder het begrip ‘gerecht’ valt wel de kantonrechter, maar niet het UWV. Zou de werkgever voor het ontslag van een in het buitenland woonachtige werknemer naar de rechter willen, dan moet de werkgever zich tot de buitenlandse rechter wenden die doorgaans Nederlands recht zal moeten toepassen. Het spreekt voor zich dat dit geen wenselijke situatie is. Daarom verkiezen veel werkgevers op dit moment het UWV boven de (buitenlandse) rechter.
Ontslag van een grensarbeider: onder de WWZ
Na 1 juli 2015 vervalt de mogelijkheid om te kiezen voor het UWV. De ontslaggrond bepaalt immers de route. Indien de werkgever tot ontslag wegens de overige (veelal in de persoon gelegen) ontslaggronden overgaat, dan heeft zij geen andere keuze dan de zaak voor te leggen aan de buitenlandse rechter.
Een oplossing?
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel hebben de leden van de fracties van de VVD en D66 al gesignaleerd dat dit tot problemen zou leiden. De Minister heeft echter laten weten dat er voldoende opties zouden resteren.
Ten eerste heeft de Minister gemeld dat partijen een forumkeuze mogen maken. Partijen kunnen gezamenlijk afspreken aan welke rechter ze eventuele geschillen voorleggen.
Echter is dit slechts toegestaan na het ontstaan van het geschil. Het op voorhand gezamenlijk kiezen voor de Nederlandse kantonrechter is aldus geen optie.
Ten tweede heeft de Minister bericht dat een oplossing kan worden gevonden in het maken van een rechtskeuze. In plaats van Nederlands recht zouden partijen buitenlands recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing kunnen verklaren. Zo voorkom je als werkgever dat een buitenlandse rechter naar Nederlands recht moet oordelen.
Het bezwaar daartegen is dat een rechtskeuze geen afbreuk mag doen aan bescherming van dwingend Nederlands recht. De buitenlandse rechter zal in dit geval, naast het gekozen recht, ook de dwingendrechtelijke regels van Nederlands recht in acht moeten nemen. Er blijft daarmee sprake van een buitenlandse rechter die Nederlands recht zal moeten toepassen.
Ondanks de bezwaren, zijn er volgens de Minister voldoende mogelijkheden te voorkomen dat een buitenlandse rechter Nederlands recht moet toepassen op een arbeidsgeschil en dus op een ontslagzaak.
Bent u een werkgever met veel grensarbeiders en neemt u binnenkort een grensarbeider in dienst? Dan doet u er goed aan om na te denken over het maken van een rechtskeuze.
Kunt of wilt u geen rechtskeuze meer maken en gaat u na 1 juli 2015 een in het buitenland woonachtige werknemer ontslaan op basis van de overige ontslaggronden? Dan adviseer ik u om in overleg met de werknemer tot een vaststellingsovereenkomst te komen danwel gezamenlijk de Nederlandse rechter als bevoegde rechter aan te wijzen. Lukt het niet om dit met de werknemer te bewerkstelligen, dan bent u aangewezen op een buitenlandse rechter. In dat geval brengen wij u graag in contact met een buitenlandse (proces)advocaat die uw zaak naar Nederlands recht zal bepleiten voor de buitenlandse rechter.
Gerelateerde berichten
Ondernemingsrecht
15 januari 2025
Klantintegriteit en het beëindigen van klantrelaties
Nagenoeg iedere ondernemer heeft een bankrekening of een financiering. Het is helaas niet vanzelfsprekend dat je deze...
10 januari 2025
Twee vrouwen, één visie
Nieuw leiderschap voor JPR advocaten In het jubileumjaar waarin JPR advocaten 125 jaar bestaat, installeert het kantoor...
Arbeidsrecht
10 januari 2025
Arbeidsrechtelijk Nederland: tweede halfjaar van 2024 in vogelvlucht
We zitten inmiddels bijna aan het einde van 2024, een mooi moment om terug te blikken op het afgelopen half jaar in het...
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.