In een recent gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland komt de vraag aan de orde of een ondernemingsraad een adviesrecht heeft ten aanzien van: “een voorgenomen besluit van een onderneming om tijdelijk werkzaamheden uit te besteden aan een andere onderneming.”
Waarop ziet het adviesrecht?
Het adviesrecht van de OR ziet op beslissingen van een ondernemer van financiële, economische of bedrijfsorganisatorische aard; bijvoorbeeld het groepsgewijs inlenen van arbeidskrachten, het aangaan van een duurzame samenwerking met een andere onderneming of een belangrijke wijziging van de werkzaamheden van de onderneming.
De situatie
DB Cargo is onder andere verantwoordelijk voor het vervoer van goederen op het traject Amersfoort-Leusden.
In verband met een piek in werkzaamheden heeft DB Cargo in 2015 behoefte aan extra personeel. Hiervoor schakelt zij medewerkers van spoorwegonderneming Strukton in om tijdelijk onder licentie en verantwoordelijkheid van DB Cargo werkzaamheden te verrichten. Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden wordt het materieel van DB Cargo gebruikt. DB Cargo vraagt de OR om advies over dit voorgenomen besluit.
In 2018 heeft DB Cargo wederom extra personeel nodig in verband met een tijdelijke piek in werkzaamheden. Dit keer besluit DB Cargo spoorwegonderneming Rail Force One in te schakelen voor het traject Amersfoort-Leusden. Rail Force One laat de werkzaamheden uitvoeren onder eigen licentie en met de inzet van eigen locomotieven. Over dit besluit vraagt DB Cargo géén advies aan de OR. Volgens de OR had dit wel gemoeten.
Oordeel rechtbank
De rechter komt tot het oordeel dat geen sprake is van één van de gronden uit de Wet op de Ondernemingsraden op basis waarvan de OR adviesrecht zou toekomen. Van een duurzame samenwerkingsrelatie is bijvoorbeeld geen sprake, omdat de relatie tussen DB Cargo en Rail Force One een opdrachtgever/opdrachtnemer-relatie betreft en slechts van tijdelijke aard is.
Dat de OR in het verleden wel in vergelijkbare gevallen om advies is gevraagd, kan de OR bovendien ook niet baten. Volgens de rechter verschillen de kwesties uit het verleden te veel met het onderhavige geval.
Bij de inschakeling van Strukton in 2015 ging het bijvoorbeeld om “de inzet van personeel van een andere onderneming” waarbij de ingeleende werknemers onder verantwoordelijkheid van DB Cargo werden ingezet. In het onderhavige geval gaat het daarentegen om “uitbesteding van werkzaamheden aan een andere onderneming”. Hierbij blijft het personeel van Rail Force One onder verantwoordelijkheid van dit bedrijf werken en zet dit bedrijf haar eigen materieel in. Volgens de Wet op de Ondernemingsraden heeft de OR wel adviesrecht bij het groepsgewijs werven of inlenen van arbeidskrachten, maar het “uitbesteden van werk aan een andere onderneming” valt daar niet onder. Hier kan de OR dus ook geen adviesrecht aan ontlenen.
Conclusie
De OR had geen adviesrecht over het voorgenomen besluit om de werkzaamheden op het traject Amersfoort-Leusden tijdelijk uit te besteden aan een andere onderneming. Dit zou anders liggen als sprake zou zijn geweest van het groepsgewijs inlenen van arbeidskrachten, waarbij de arbeidskrachten onder verantwoordelijkheid van DB Cargo zouden komen te werken en ook de eigen locomotieven van DB Cargo zouden worden gebruikt. De verschillen tussen beide constructies lijken klein. Deze kleine verschillen maken echter wel dat de OR in het ene geval wel en in het andere geval geen recht heeft om advies uit te brengen.
Heeft u een vraag op het gebied van medezeggenschap? Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten arbeidsrecht.