De Deliveroo-uitspraak van maart 2023 markeerde een keerpunt in het arbeidsrecht in 2023. Deze uitspraak bepaalde dat bezorgers van Deliveroo toch werkten op basis van een arbeidsovereenkomst, ondanks een modelovereenkomst van opdracht met vrije vervanging. Deze spraakmakende uitspraak heeft niet alleen geleid tot een nieuw wetsvoorstel, maar heeft ook invloed gehad op de goedkeuring van modelovereenkomsten door de Belastingdienst vanaf 1 januari 2024. Recentelijk heeft het Hof Amsterdam op 9 januari 2024 een nieuwe uitspraak gedaan over schijnzelfstandigheid. Dit is in lijn met de eerdere uitspraak over Deliveroo. Ditmaal betreft het 19 Amsterdamse depothouders die contracten hebben met Mediahuis, de uitgever van onder andere de Telegraaf, NRC Handelsblad, Metro en het Haarlems Dagblad.
Wat speelde er in deze zaak?
Mediahuis heeft in 2021 besloten te stoppen met de middagbezorging van NRC Handelsblad en het Parool. De kosten van de bezorging liepen op, terwijl het aantal abonnees van de kranten daalde. Mediahuis heeft vervolgens de overeenkomst met achttien voormalige depothouders opgezegd. Zonder hiervoor enige vergoeding te betalen. Eén depothoudster is ontslagen na een ongeval. Alle 19 depothouders hebben daarop een procedure aanhangig gemaakt bij de kantonrechter. Zij stelden dat zij op basis van een arbeidsovereenkomst hadden gewerkt en daarom recht hadden op een ontslagvergoeding. De kantonrechters gaven eerder in 18 zaken de depothouders gelijk, maar in één geval won Mediahuis. Tegen deze beslissing is de depothouder in hoger beroep gegaan. Het hof trekt nu met de uitspraak op 9 januari 2024 in alle gevallen dezelfde lijn.
Oordeel van het gerechtshof
In deze zaak gaat het om de vraag of de overeenkomst die tussen partijen heeft bestaan, kwalificeert als een overeenkomst van opdracht of als een arbeidsovereenkomst. Het hof beantwoordde deze vraag op dezelfde manier als de Hoge Raad deed in de Deliveroo-uitspraak.
Net als in de Deliveroo-uitspraak, kijkt de rechter vooral naar de manier waarop partijen in de praktijk samenwerken. Het maakt niet uit of zij op papier afspreken dat het gaat om een overeenkomst van opdracht, als zij in de praktijk niet werken als zzp’ers. Het is een ‘holistische weging’, oftewel: een oordeel op basis van alle omstandigheden bij elkaar.
Depothouders konden in de praktijk bijvoorbeeld niet zelf bepalen wanneer en hoe zij hun werk doen. De kranten werden namelijk op vaste tijden geleverd en moesten op tijd bezorgd zijn. Ook konden depothouders zich in de praktijk niet vrij laten vervangen door andere ondernemers, omdat Mediahuis tijdig wilde weten wie de vervanger zou zijn. Verder bepaalde Mediahuis de looproute van de depothouders, die daarbij gebruik maakten van een app. Mediahuis gaf aan dat de app slechts ter ondersteuning was en de depothouders konden afwijken van de routes. Echter moesten zij zich er in de praktijk wel degelijk aan houden. Bovendien houden de depothouders zich bezig met een kerntaak van het bedrijf, waardoor zij zijn ‘ingebed in de organisatie’. Dat is ook een criterium voor werknemerschap. Tot slot oordeelde het hof dat het gemiddelde uurtarief van de depothouders, € 9,36,- bruto, erg laag is. Dit alles doet niet direct aan een zelfstandige denken maar eerder aan een werknemer, aldus het hof.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Een nieuw kader voor de beoordeling van een arbeidsovereenkomst is iets wat al een tijd speelt in arbeidsrechtelijk Nederland. Met de Deliveroo uitspraak zijn er nadere gezichtspunten ontstaan om te beoordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Toch gaf Deliveroo ook ruimte aan de wetgever. Op 6 oktober werd dan ook het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden geïntroduceerd. Dit wetsvoorstel moet echter nog behandeld worden door de Tweede en Eerste Kamer.
Duidelijk is dus dat er de aankomende jaren een nieuw kader voor de kwalificatie van arbeidsovereenkomsten zal worden geïntroduceerd. De Mediahuis-uitspraak past in een trend waarin rechters de Deliveroo-uitspraak consequent toepassen. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 november 2023 en een uitspraak van het hof Den Bosch van 4 mei 2023. Aan de Mediahuis-uitspraak valt op dat aan de tekst van de overeenkomst weinig waarde wordt gehecht. Zo spreekt het hof van een ‘’papieren vrijheid’’. Bij het opstellen van overeenkomsten is het dan ook aan te raden om te kijken of de feitelijke constructie aansluit bij de tekst van de overeenkomst.
Schakel JPR advocaten in ter ondersteuning
Wanneer werkenden achteraf op basis van een arbeidsovereenkomst blijken te werken, kan dit enorme (financiële) gevolgen hebben voor werkgevers. Werknemers hebben namelijk andere rechten dan ZZP-ers. Er bestaat niet alleen recht op een ontslagvergoeding, maar ook op bijvoorbeeld loondoorbetaling bij ziekte, een wettelijk aantal vakantiedagen en minimumloon.
Twijfel je als bedrijf of jouw werkenden op basis van een arbeidsovereenkomst werken? Wil je hulp bij het opstellen van een overeenkomst met een ZZP-er of werknemer? Of heb je een overeenkomst met een werkende, die zich beroept op het hebben van een arbeidsovereenkomst? De arbeidsrechtadvocaten van JPR kunnen je hierbij helpen.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Eva Lammers.