Moet ik het UWV om toestemming vragen om mijn internationale werknemer te mogen ontslaan? Het antwoord op die vraag is nog niet zo eenvoudig en vraagt om nadere toelichting. Hieronder een uitleg over het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) en de toepasselijkheid daarvan in internationaal perspectief.
Arbeidsovereenkomsten kunnen op verschillende manieren eindigen. Bijvoorbeeld doordat ze van rechtswege aflopen, zoals bij de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Of doordat werkgever en werknemer in goed onderling overleg tot een beëindiging komen en dat vastleggen in de zogeheten beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst.
Indien een arbeidsovereenkomst niet van rechtswege of in goed onderling overleg wordt beëindigd, dient de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter te worden ontbonden of te worden opgezegd.
Opzeggen
In Nederland kennen we, anders dan in de meeste Europese landen, een preventieve toets bij de opzegging van arbeidsovereenkomsten. Dat is in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (hierna: BBA) geregeld. In het BBA staat dat een werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer niet kan opzeggen zonder toestemming van het UWV.
Sinds de invoering van het BBA bestaat er discussie over de reikwijdte van het BBA. Hoe zit het met uit Nederland afkomstige werknemers die in het buitenland werken? Is het BBA op deze groep werknemers van toepassing? Wat is de situatie ten aanzien van uit het buitenland afkomstige werknemers die in Nederland werken? Kortgezegd komt de vraag aan de orde of de werkgever het UWV om toestemming dient te vragen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst met internationale aspecten?
Bevoegdheid UWV
Voordat het UWV toestemming verleent tot opzegging van de arbeidsovereenkomst, zal het UWV moeten nagaan of er sprake is van een arbeidsverhouding in de zin van het BBA (I), of de arbeidsverhouding valt binnen het territoir waarbinnen het BBA van toepassing is (II) en of zich een uitzondering voordoet (III).
In deze bijdrage wordt uitgegaan van een arbeidsverhouding in de zin van het BBA waarop zich geen uitzondering voordoet. Dan resteert nog de vraag of de arbeidsverhouding valt binnen het territoriale werkingsgebied van het BBA.
Betrokkenheid van de Nederlandse arbeidsmarkt
In 1953 bepaalde de Hoge Raad dat voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst waarop het Nederlandse recht van toepassing is, niet vanzelfsprekend toestemming van het UWV nodig is voor opzegging. In 1971 bepaalde de Hoge Raad vervolgens dat het BBA een 'voorschrift ter regeling van de sociaaleconomische verhoudingen in Nederland en in het bijzonder van de Nederlandse arbeidsmarkt' is. Simpel gezegd kan ook voor een arbeidsovereenkomst waarop buitenlands recht van toepassing is, toestemming van het UWV noodzakelijk zijn.
Wanneer is het noodzakelijk om het UWV toestemming te vragen voor opzegging van een internationale arbeidsovereenkomst en wanneer niet? Of toestemming nodig is voor opzegging van een arbeidsovereenkomst met internationale aspecten hangt samen met de vraag of de belangen van de Nederlandse arbeidsmarkt geraakt worden. Door de Hoge Raad is niet vastgelegd in welke concrete gevallen daarvan sprake is. Door lagere rechters is inmiddels wel vaker beoordeeld of toestemming van het UWV nodig was of niet. Uit de betreffende uitspraken blijkt dat het antwoord op de vraag of toestemming gevraagd moet worden, afhangt van de feitelijke omstandigheden van het geval.
Uit rechtspraak van lagere rechters komt naar voren dat de plaats waar de arbeid wordt verricht een belangrijke indicatie is voor het antwoord op de vraag of toestemming nodig is. Wordt er daadwerkelijk in Nederland gewerkt of is de werkgever in Nederland gevestigd, dan is het BBA hoogstwaarschijnlijk van toepassing en zal het UWV om toestemming moeten worden gevraagd. De Nederlandse nationaliteit van de werknemer evenals het feit dat zijn leven zich afspeelt in Nederland zijn een indicatie dat toestemming gevraagd moet worden. Ook een terugkeerbeding naar Nederland en/of een geschiedenis van werken in Nederland zijn, naast nog enkele andere factoren, een extra aanwijzing dat toestemming noodzakelijk is.
Het UWV neemt in haar Beleidsregels Ontslagtaak UWV vergelijkbare feiten als uitgangspunt. Toepasselijkheid van het BBA, en daarmee de eis dat toestemming moet worden verzocht, is volgens het UWV aannemelijk als de arbeid in Nederland wordt verricht, de werkgever in Nederland is gevestigd of de werknemer in Nederland woont en na ontslag zal terugvallen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook kan worden gekeken naar het toepasselijke recht. Daarnaast zijn de plaats waar de arbeidsovereenkomst gesloten is, de valuta waarin wordt/werd betaald en het sociaal zekerheidsstelsel dat van toepassing is, ook aanwijzingen dat toestemming vereist is.
Bescherming van de werknemer
In 1987 werd door de Hoge Raad vastgesteld dat de werknemer groot belang heeft een sociaal ongerechtvaardigd ontslag te voorkomen. Naast de vraag of de belangen van de Nederlandse arbeidsmarkt geraakt worden, is het individuele werknemersbelang medebepalend. In 2012 heeft de Hoge Raad zelfs bepaald dat het doel van de bescherming van de werknemer inmiddels ‘de nadruk verdient’.
Simpel gezegd komt het erop neer dat ook de werknemer die een buitenlandse nationaliteit heeft, belang heeft bij ontslagbescherming. Ook als blijkt dat deze internationale werknemer niet zal terugvallen op de Nederlandse arbeidsmarkt en de belangen van de Nederlandse arbeidsmarkt niet echt geraakt worden.
Conclusie
Op grond van de feitelijke omstandigheden van het specifieke geval zal moeten worden beoordeeld of het UWV om toestemming moet worden gevraagd alvorens de arbeidsovereenkomst met een internationale werknemer te mogen opzeggen. Aan de woonplaats van de werknemer, de vestigingsplaats van de werkgever en de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, wordt over het algemeen de meeste waarde gehecht. Woont de werknemer in Nederland, is de werkgever in Nederland gevestigd of worden de werkzaamheden in Nederland uitgevoerd dan is het zeer waarschijnlijk dat niet zonder toestemming van het UWV mag worden opgezegd.
Voor zover rechtens vereist
Indien de werkgever twijfelt over de vraag of toestemming van het UWV nodig is, dan kan het UWV om advies worden gevraagd. Als overduidelijk blijkt dat geen toestemming nodig is, zal het UWV dit schriftelijk aan de werkgever bevestigen. Zou de werkgever later toch discussie met de werknemer krijgen over dit onderwerp, dan kan de werkgever zich beroepen op het oordeel van het UWV.
Als er twijfel bestaat, zal het UWV zich onthouden van een beoordeling. In dat geval kan een procedure ‘voor zover rechtens vereist’ worden gevoerd. Het UWV zal dan ook een ‘voor zover rechtens vereist’ beschikking afgeven. Indien de beschikking luidt dat “voor zover rechtens vereist” toestemming wordt gegeven de arbeidsovereenkomst op te zeggen, kan de werkgever daartoe overgaan.
Advies
Het arbeidsrecht is altijd in beweging. Nieuwe uitspraken van lagere rechters en/of de Hoge Raad kunnen een wijziging brengen, dan wel een nadere precisiering aanbrengen in de uitleg van de toepasselijkheid van het BBA. Hebt u te maken met een concrete ontslagsituatie in een internationale context dan adviseer ik u om eerst na te gaan of toestemming van het UWV vereist is alvorens u te lichtvaardig, zonder toestemming, overgaat tot opzegging van de arbeidsovereenkomst met de internationale werknemer.