Kordaat-bier vormt geen inbreuk op Kornuit-bier
De voorzieningenrechter te Rotterdam heeft geoordeeld dat Lidls Kordaat-bier geen merkinbreuk vormt op Grolsch’ Kornuit-bier. In dit artikel bespreek ik kort een aantal punten uit dit vonnis.
Feiten
Grolsch beschikt over twee woordmerken en een beeldmerk voor haar Kornuit-bier. Sinds oktober 2018 brengt Lidl Kordaat-bier op de markt. Voor het Kordaat-bier heeft Lidl een beeldmerk geregistreerd. Grolsch start een procedure. Met een beroep op het merkenrecht vordert Grolsch kort gezegd dat Lidl wordt verboden om bier onder de naam ‘Kordaat’ te verkopen. Ook maakt Grolsch aanspraak op andere merkenrechtelijke vorderingen, zoals inzage in de financiële gegevens (om Grolsch’ schadeomvang te bepalen).
Standpunt Grolsch
Volgens Grolsch schept Lidl verwarringsgevaar (art. 2.20 lid 1 sub b BVIE), trekt Lidl ongerechtvaardigd voordeel uit en doet Lidl afbreuk aan het onderscheidend vermogen en de reputatie van de Kornuit-merken (art. 2.20 lid 1 sub c BVIE). Kordaat en Kornuit lijken namelijk op elkaar: de eerste drie letters en de laatste letter zijn dezelfde, terwijl ze beiden ook twee lettergrepen hebben. Op auditief en visueel gebied lijken de merken kort gezegd wel heel veel op elkaar. Bovendien blijkt uit social mediaberichten dat de Kordaat- en Kornuit-bieren met elkaar in verband worden gebracht. Aldus Grolsch’ standpunt.
Standpunt Lidl
Volgens Lidl lijken de merken juist niet op elkaar, doordat allereerst het begripsmatige verschil tussen deze merken groot is. Kornuit zou het beeld van een vriend of makker oproepen, terwijl Kordaat de betekenis ‘vastbesloten’ oproept. Verder stelt Lidl dat de auditieve overeenstemming van geringe aard is, nu de klemtoon op de tweede lettergreep ligt, waarin juist de meeste verschillen voorkomen. Door deze verschillen is geen sprake van verwarringsgevaar.
Ook is geen sprake van ongerechtvaardigd voordeel trekken uit of afbreuk doen aan de reputatie en het onderscheidend vermogen van het Kornuit-merk. Volgens Lidl legt het publiek geen verband tussen Kordaat en Kornuit. Lidl verwijst daarbij naar een marktonderzoek waaruit blijkt dat 98% van de ondervraagden bij het waarnemen van het Kordaat-merk, niet meteen denkt aan Kornuit. Grolsch heeft zijn twijfels getrokken over de betrouwbaarheid van dit onderzoek, nu dit onderzoek maar bestond uit 200-205 mensen en er niet werd gevraagd of een associatie wordt opgeroepen met een merk.
Oordeel voorzieningenrechter over verwarringsgevaar
Het begripsmatige verschil is allereerst niet aannemelijk gemaakt. Grolsch heeft namelijk gereageerd met de stelling dat kort gezegd het merendeel van Nederland de betekenis van ‘kornuit’ niet kent en wijst daarbij op het feit dat ‘kornuit’ in het Van Dale Vergeetwoordenboek staat. Hierdoor moest Lidl bewijzen dat de definitie van ‘kornuit’ wel wordt herkend, door bijvoorbeeld een marktonderzoek te overleggen. Dit heeft Lidl niet gedaan. Wel volgt de voorzieningenrechter Lidl in het standpunt dat op auditief vlak geringe overeenstemming bestaat.
De woorden ‘kordaat’ en ‘kornuit’ lijken wel op elkaar, maar de onderdelen ‘nui’ en ‘daa’ roepen wel de nodige verschillen op. Hierdoor is sprake van geringe visuele overeenstemming. Als vervolgens de beeldmerken met elkaar worden vergeleken, zijn er nog meer verschillen op het visuele vlak, waardoor geen sprake is van overeenstemming. Door het gebrek aan overeenstemming tussen deze merken kan ook geen sprake zijn van verwarringsgevaar volgens de voorzieningenrechter.
Oordeel voorzieningenrechter over ongerechtvaardigd voordeel trekken en afbreuk aan reputatie/onderscheidend vermogen
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan de bezwaren van Grolsch over Lidls marktonderzoek, nu Grolsch volgens de voorzieningenrechter haar stelling over de associatie tussen de merken nader moest onderbouwen. Berichten in de (social) media zijn daarvoor onvoldoende. Ten aanzien van de social media geldt ook dat kort gezegd de betrouwbaarheid van social mediaberichten niet kan worden vastgesteld. Aldus is niet vastgesteld dat het publiek Kordaat-bieren associeert met Kornuit-bieren. Hierdoor kan geen sprake zijn van inbreuk in de zin van art. 2.20 lid 1 sub c BVIE.
Bevoegdheid voorzieningenrechter en proceskosten
In de hoofdzaak worden Grolsch’ vorderingen dus afgewezen. Lidl heeft ook nog gesteld dat de voorzieningenrechter in Rotterdam onbevoegd is. Dat standpunt heeft de voorzieningenrechter niet gevolgd, nu de Kordaat-bieren kort gezegd ook in Rotterdam worden aangeboden. Dit leidt tot de situatie dat Grolsch in de hoofdzaak wordt veroordeeld in de proceskosten ad € 31.344,75, terwijl Lidl wordt veroordeeld in de proceskosten ad € 980,00 voor het verliezen van de discussie over de bevoegdheid van de voorzieningenrechter.
Slotsom
Grolsch’ vorderingen worden afgewezen, doordat de merken kort gezegd te veel van elkaar verschillen wanneer het publiek deze merken waarneemt. Lidl mag de Kordaat-bieren blijven verkopen, althans voorlopig. Het is op het moment van dit schrijven namelijk nog niet bekend of Grolsch in hoger beroep gaat.
Heeft u vragen over het merkenrecht en meer in het bijzonder over de bescherming van uw merk, dan adviseren onze advocaten intellectueel eigendomsrecht u graag. Bij merkenrechtelijke kwesties blijft het gezegde ‘voorkomen is beter dan genezen’ vooropstaan. De gevolgen bij het niet in acht nemen van de merkenrechtelijke regels kunnen al snel onherstelbaar zijn, zoals bij een veroordeling tot schadevergoeding wegens merkinbreuk.