Vastgoedrecht Huurrecht
11 februari 2021

Maximale huurprijsstijgingen vrije huursector

Lonneke Derksen
Maximale huurprijsstijgingen vrije huursector | JPR Advocaten

De Tweede Kamer heeft op 9 februari 2021 ingestemd met het wetsvoorstel om huurprijsverhogingen in de vrije huursector te maximaliseren. Dit wetsvoorstel zal voor verhuurders in de vrije huursector nog wel wat stof doen opwaaien. Het wetsvoorstel grijpt namelijk op wezenlijke wijze in op daarvoor gemaakte huurprijsafspraken en de huidige huurprijsverhogingsmogelijkheden.

Wat betekent het wetsvoorstel voor de vrije huursector?

De onbeperkte huurprijsverhoging in de vrije huursector wordt, kort gezegd, in het wetsvoorstel aan banden gelegd. Van de vrije huursector is sprake wanneer de aanvangshuurprijs hoger is dan de geldende liberalisatiegrens van dat jaar. In 2020 was de liberalisatiegrens € 737,14 (2021 € 752,33).

Op dit moment geldt er géén maximaal huurprijsverhogingspercentage voor de vrije huursector, terwijl dat wel zo is bij sociale huurwoningen. De huurprijsverhoging werd in de vrije huursector overgelaten aan de markt. Hierdoor stegen de huren in de vrije huursector de afgelopen jaren fors. Dat maakte de huurders volgens de Minister te kwetsbaar. Dat was de aanleiding voor het ingediende wetsvoorstel.

Maximale huurprijsstijging

De hoogte van de jaarlijkse huurprijsverhoging in de vrije huursector wordt in het wetsvoorstel gemaximeerd op het inflatiepercentage + 1%. Dat betekent voor de vrije huursector in 2021 dus een maximaal huurprijsverhogingspercentage van 2,4%. Dat is overigens gelijk aan het maximale huurprijsverhogingspercentage voor sociale huurwoningen. Hoewel daar voor sociale huurders met een (te) hoog inkomen in sommige gevallen een hoger huurprijsverhogingspercentage geldt van maximaal 5,4% (inkomensafhankelijke huurprijsverhoging).

Het maximale huurprijsverhogingspercentage in de vrije huursector is echter op grond van het wetsvoorstel vastgesteld op het inflatiepercentage + 1% voor iedere huurder ongeacht het inkomen. Het maximale huurprijsverhogingspercentage geldt ook als partijen in de huurovereenkomst een ander (veel hoger) verhogingspercentage hebben afgesproken. Het wetsvoorstel zet die huurprijsafspraken opzij.

In eerste instantie werd in de zomer van 2020 nog erover gesproken dat het verhogingspercentage gemaximeerd zou worden op het inflatiepercentage + 2,5%. Inmiddels is het percentage in het wetsvoorstel verlaagd naar het inflatiepercentage + 1%.

Uitzonderingen

Uitzonderingen hierop zullen wellicht mogelijk zijn bij investeringen in de woning (verhoging woongenot, verduurzaming). Verdere uitwerking hiervan moet worden afgewacht.

Streep door andere huurprijsverhogingsmogelijkheden

Verder zet het wetsvoorstel (grotendeels) een streep door de huidige beëndigingsmogelijkheid “niet aanvaarden redelijk aanbod nieuwe huurovereenkomst”. Verhuurders kunnen niet meer de huurovereenkomst op deze grond beëindigen indien het aanbod voor de nieuwe huurovereenkomst uitsluitend betrekking heeft op een wijziging van de huurprijs.


Het oordeel over de redelijkheid van de huurverhoging wordt dus niet langer aan de rechter overgelaten. Verhuurders kunnen niet meer op deze manier de huurprijs op een hoger (marktconform) niveau brengen. De wet is bepalend; de huurprijs mag maximaal worden verhoogd met het inflatiepercentage + 1%.

Vanaf wanneer gaat deze regeling in?

Het wetsvoorstel tot maximalisering van de huurprijsverhoging in de vrije huursector wordt nu voorgelegd aan de Eerste Kamer. We houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.