Arbeidsrecht Pensioenrecht
22 oktober 2020

Meld betalingsachterstand pensioenpremies tijdig!

Sjoerd van der Vegt
Meld betalingsachterstand pensioenpremies! | JPR Advocaten

Op 15 september 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag een uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd waarin een bestuurder van een vennootschap persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden voor betalingsachterstand met betrekking tot pensioenpremies.

Wet bpf 2000

Op grond van artikel 23 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) geldt als hoofdregel dat iedere bestuurder aansprakelijk is voor bijdragen ter zake van deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds.


Uit art 23 lid 2 Wet Bpf 2000 volgt de verplichting om tijdig de betalingsonmacht te melden. Die melding dient te voldoen aan het besluit meldingsregeling Wet Bpf 2000 . De melding moet worden gedaan uiterlijk veertien kalenderdagen na de dag waarop de premie voldaan had behoren te zijn conform de betalingstermijnen. Bovendien moet de melding inzicht geven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de pensioenbijdrage niet kan worden betaald.

Indien de bestuurder tijdig meldt is hij uitsluitend aansprakelijk voor de betalingsachterstanden, indien aannemelijk is dat het niet betalen een gevolg is van een hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur in de drie jaar voorafgaand aan de mededeling

Als er niet op tijd een melding wordt gedaan, dan wordt echter vermoed dat de niet-betaling te wijten is aan de bestuurder. Dit vermoeden kan worden weerlegd, maar uitsluitend indien de bestuurder aannemelijk kan maken dat niet aan hem kan worden verweten dat te laat of niet is gemeld.

Daarom is het van belang tijdig betalingsonmacht te melden om te voorkomen dat je als bestuurder zonder meer persoonlijk aansprakelijk bent voor de achterstanden.

Dit geldt niet alleen voor statutair bestuurders, naar ook voor gewezen bestuurders tijdens wiens bestuur de bijdrageschuld is ontstaan, feitelijk beleidsbepalers, vereffenaars en middellijk bestuurders.

Terug naar de casus

Werkgever is onderwerp van onderzoek in het kader van fraude in de uitzendbranche. Tussen de factuurdatum en de vervaldatum vinden doorzoekingen plaats. Op administratie, kasgeld, banksaldi en debiteuren wordt beslag gelegd. Het is hierdoor onmogelijk de onderneming te continueren. Surseance en faillissement volgen.


Vast staat dat de pensioenpremies niet zijn voldaan én dat niet tijdig de betalingsonmacht is gemeld. De bestuurder voert primair aan dat het hem niet is te verwijten dat de vennootschap niet aan de meldingsplicht heeft voldaan. De facturen zouden niet zijn ontvangen, de administratie van de vennootschap was in beslag genomen in verband met een strafrechtelijk onderzoek en de bestuurder heeft in de betreffende periode zelf in detentie gezeten.

Het hof volgt de bestuurder niet in zijn betoog. Tussen de premie-aangifte door of namens de werkgever en de daadwerkelijk facturering zat steeds slechts een aantal dagen. De bestuurder diende dus rekening te houden met de facturering binnen korte termijn. Het niet beschikken over de administratie heeft bovendien niet in de weg gestaan aan het doen van de premie-aangifte die bovendien was uitbesteed door de werkgever aan een derde. Het hof houdt vast aan de betalingsverplichtingen zoals die volgen uit het pensioenreglement.

De bestuurder doet daarnaast nog een beroep op de onderzoeksplicht van het fonds. Het fonds had zelf aan de bel moeten trekken nu betaling uitbleef. Volgens het hof is dit echter niet hoe de wettelijk systematiek werkt. Ook een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijk mag de bestuurder niet baten. De stelling dat sprake moet zijn van verwijtbaar handelen van de bestuurder volgt immers niet uit de wet.

Conclusie

Zelfs in ogenschijnlijk uitzonderlijke situaties zal een bestuurder niet snel aannemelijk kunnen maken dat hem geen verwijt treft dat er geen melding is gedaan. Als bestuurder komt u dan niet toe aan het weerleggen van het vermoeden dat de betalingsachterstand geen verband houdt met kennelijk onbehoorlijk bestuur.


Wees dus in alle omstandigheden alert ten aanzien van betalingsverplichtingen jegens een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De gevolgen van een te late melding zijn doorgaans niet te repareren.

Voor de melding betalingsonmacht kunt u gebruikmaken van een formulier. Hoewel een aantal fondsen inmiddels een soepel beleid voert in het kader van corona-gevolgen, mag je daar als bestuurder niet zonder meer op vertrouwen. De voorwaarden die de belastingdienst inmiddels stelt aan de melding gelden niet voor verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen.

Juridisch advies nodig?

Indien een premieachterstand dreigt of u wordt geconfronteerd met een aansprakelijkheidsstelling, dan doet u er goed aan juridisch advies in te winnen. Dergelijk advies kunt u inwinnen bij onze pensioenrechtadvocaat Sjoerd van der Vegt.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.