Op 12 januari 2016 heeft het Europees Hof van de Rechten van de Mens geoordeeld dat een werkgever de privé berichten die een werknemer onder werktijd stuurt vanaf de hard- of software van het bedrijf waarvoor hij werkzaam is mag lezen. Mag de werkgever dat na de uitspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens zonder enig voorbehoud of wordt de soep toch niet zo heet gegeten…..
De casus
Een Roemeense werkgever controleerde privé berichten van een werknemer die deze werknemer tijdens werktijd vanaf de hard- of software van zijn werkgever verstuurde via Yahoo Messenger. Toen de werknemer erachter kwam dat de werkgever zijn privé berichten las, kaartte hij dit bij zijn werkgever aan. Naar oordeel van de werknemer was het de werkgever niet toegestaan de privé berichten van de werknemer zonder enig voorbehoud te lezen. Hierop werd de werknemer ontslagen. De reden voor het ontslag was dat de werknemer in strijd met het beleid van het bedrijf tijdens werktijd privé berichten had verstuurd. De werknemer was het niet eens met het feit dat zijn werkgever zijn privé berichten zomaar las. Ook was de werknemer het niet eens met zijn ontslag en stapte naar de rechter. De Roemeense rechter stelde de werknemer in het ongelijk. De werknemer maakte vervolgens een procedure aanhangig bij het Europees Hof van de Rechten van de Mens.
Oordeel Europees Hof van de Rechten van de Mens
De werknemer heeft vervolgens aan het Europees Hof van de Rechten van de Mens de vraag voorgelegd of de Roemeense overheid voldoende heeft gedaan om zijn privacy tijdens werktijd te beschermen. Aan het Europees Hof van de Rechten van de Mens werd niet expliciet de vraag voorgelegd of werkgevers zomaar de privé berichten die werknemers tijdens werktijd versturen mogen lezen.
Het arrest
Het Europees Hof van de Rechten van de Mens bepaalde in het arrest dat Roemenië in dit geval voldoende heeft gedaan om de privacy van de werknemer te beschermen. Daarbij waren volgens het Europees Hof van de Rechten van de Mens een aantal punten van belang: (i) de werknemer in kwestie was voldoende in de gelegenheid gesteld om voor de Roemeense rechtbank zijn zaak op het privacy punt te bepleiten, (ii) de Roemeense rechters hebben vastgesteld dat de werkgever, toen hij de privé communicatie van de werknemer las, in de overtuiging was dat er alleen zakelijk mee gecommuniceerd werd, en (iii) de rechtbanken hebben de inhoud van de communicatie buiten beschouwing gelaten, en alleen gekeken naar het feit dat er privé berichten verstuurd waren.
Conclusie
Uit het arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens volgt dat werkgevers zeker niet zomaar de privé berichten die werknemers tijdens werktijd van de hard- of software van het bedrijf versturen, mogen lezen. Werkgevers moeten daar conform de Wet bescherming persoonsgegevens nog steeds gegronde redenen voor hebben.