Steeds vaker worden verhuurders van woon- en bedrijfsruimte geconfronteerd met de sluiting van hun panden op grond van het zogenoemde Damoclesbeleid. Burgemeesters hebben op grond van dit beleid een sluitingsbevoegdheid bij de aanwezigheid van een handelshoeveelheid hard- of softdrugs. De sluitingsduur varieert in het algemeen tussen de 3 en 12 maanden. De praktijk toont aan dat burgemeesters relatief snel gebruik maken van deze zware maatregel.
Sluitingen hebben voornamelijk grote (financiële) consequenties voor de verhuurder. De enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs in het gehuurde is voldoende om het pand te sluiten. Voor softdrugs geldt een maximum van 5 gram en voor harddrugs ligt de grens op 0,5 gram. Alles hierboven geldt als handelshoeveelheid en kan dus leiden tot sluiting van het pand.
Niet relevant is of de verhuurder op de hoogte was van de aanwezigheid van drugs. Dit maakt dat de sluiting door verhuurders veelal als onrechtvaardig wordt ervaren. Het is immers de huurder en niet de verhuurder die het gehuurde gebruikt voor de handel in hard- of softdrugs. Desalniettemin is de wetgever van mening dat het de taak van de verhuurder is om het gebruik van het gehuurde te controleren.
Uitbreiding sluitingsbevoegdheid 2019
Per 1 januari 2019 geldt het gewijzigde artikel 13b van de Opiumwet. Dit houdt kortgezegd in dat er ook een sluitingsbevoegdheid is wanneer géén drugs is aangetroffen, maar wel voorwerpen of stoffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden daarvan. Denk hierbij aan apparatuur, chemicaliën en/of versnijdingsmiddelen. De verwachting is dat door deze verruiming het aantal sluitingen vanaf 2019 fors zal toenemen.
Mocht u geconfronteerd worden met een (voornemen tot) sluiting, neem dan contact op met onze specialisten.