Meerderjarige kinderen hoeven na het overlijden van hun ouder(s) niet langer binnen twee maanden de ouderlijke huurwoning te verlaten. Hierdoor krijgen ze langer de tijd voor rouwverwerking.
Aanleiding voor deze nieuwe maatregelen waren diverse mediaberichten waarin de afgelopen tijd aandacht is gevraagd voor huisvesting van meerderjarige weeskinderen in sociale huurwoningen van woningcorporaties. Tot nu toe was het namelijk zo dat meerderjarige weeskinderen binnen twee maanden na overlijden van de ouder(s) de gehuurde woning moesten verlaten. Dat leverde regelmatige schrijnende situaties op.
Nieuwe maatregelen
Demissionair minister van Binnenlandse zaken gaat wettelijk regelen dat meerderjarige weeskinderen langer in de huurwoning mogen blijven wonen. Omdat de wettelijke regeling enige tijd in beslag neemt, heeft de minister nu al een aantal maatregelen genomen om meerderjarige weeskinderen (met een leeftijd van in principe tot 27 jaar) ondersteuning te bieden op het gebied van huisvesting.
Dit zijn de maatregelen:
- woningcorporaties kunnen nu meerderjarige weeskinderen, die inwoonden bij hun overleden ouder(s), een huurovereenkomst voor hun ouderlijke woning aanbieden voor maximaal twee jaar.
In artikel 48 lid 1 van de Woningwet is bepaald dat de minister een groep mensen kan aanwijzen aan wie woningcorporaties een tijdelijke huurovereenkomst kunnen aanbieden. Nu zijn recent ook meerderjarige weeskinderen als categorie opgenomen (artikel 22a sub e Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015). - er is een gedragscode afgesproken met onder meer Aedes (branchevereniging van woningcorporaties), VNG en de Woonbond. Hierdoor kunnen onder meer woningcorporaties maatwerk bieden om te voorkomen dat meerderjarige weeskinderen zonder woning komen te zitten. Verder is voor verhuurders daarmee duidelijk wat zij hierin kunnen en moeten.
Gedragscode voor verhuurders
Verhuurders moeten maatwerk gaan bieden, waarbij het uitgangspunt is dat meerderjarige weeskinderen niet op straat komen te staan. Er zijn concrete gedragsregels opgesteld voor verhuurders:
- Verhuurder biedt meerderjarige weeskinderen een vast huurcontract aan indien de ouderlijke huurwoning als passend wordt aangemerkt. Een woning geldt als passend, wanneer deze aansluit bij de huishoudsituatie en betaalbaarheid van de huurprijs;
- Indien de woning niet passend is, dan biedt verhuurder een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar aan voor de ouderlijke woning of (indien door de meerderjarige weeskinderen gewenst) een andere woning;
- De huurprijs wordt zodanig vastgesteld dat betrokkene die op kan brengen;
- Na afloop van de tijdelijke huurovereenkomst van twee jaar (of zoveel eerder als mogelijk en gewenst door de meerderjarige weeskinderen), biedt de verhuurder een passende woning binnen de eigen portefeuille aan voor onbepaalde tijd. Ook de ouderlijke woning kan als passend worden aangemerkt.
Wettelijk kader?
Er wordt dus op dit moment nader gewerkt aan een wettelijke regeling die meerderjarige weeskinderen de mogelijkheid biedt om langer in de ouderlijke huurwoning te blijven wonen zonder dat de verhuurder daarmee hoeft in te stemmen en onafhankelijk van het type huurwoning waarin zij met hun ouder(s) woonden. De huidige genomen maatregelen zijn namelijk niet rechtens afdwingbaar.
Het is de bedoeling dat de toekomstige wettelijke regeling zowel in de sociale huursector (woningcorporaties en private verhuur) als de vrije huursector gaat gelden. We houden u hiervan op de hoogte. Tot dan gelden de hiervoor genoemde maatregelen.
Heeft u vragen over de nieuwe maatregelen? Neem dan contact op met een van onze vastgoedspecialisten.