Met de Wet Werk en Zekerheid wordt een wettelijk recht op een vergoeding geïntroduceerd. Bij het einde van een arbeidsovereenkomst die minimaal twee jaar geduurd heeft, heeft de werknemer recht op een in de wet vastgelegde transitievergoeding.
De transitievergoeding is verschuldigd bij opzegging en ontbinding van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever en bij een einde van rechtswege, indien de arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd) op initiatief van de werkgever niet wordt voortgezet. De vergoeding is ook verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer wordt beëindigd na ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
De transitievergoeding is aan de werknemer verschuldigd als zijn arbeidsovereenkomst 24 maanden (twee jaar) of langer heeft geduurd. Dat betekent dus dat niet alleen bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd die twee jaar of langer hebben geduurd een vergoeding verschuldigd is. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die twee jaar of langer heeft geduurd is tevens een transitievergoeding verschuldigd. Ook wanneer sprake is van meerdere arbeidsovereenkomsten die in totaal twee jaar of meer hebben geduurd, dient een transitievergoeding te worden uitbetaald.
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000,- bruto of, indien het bruto jaarsalaris van de werknemer meer dan € 75.000,- bedraagt, maximaal één bruto jaarsalaris.
De transitievergoeding is bedoeld voor scholing. Onder omstandigheden kunnen scholingskosten die nog tijdens het dienstverband ten behoeve van de werknemer zijn gemaakt met de transitievergoeding worden verrekend. Ondanks deze bedoeling is de vergoeding voor de werknemer vrij besteedbaar.
Op de hoogte van transitievergoeding en de eventuele mogelijkheid van verrekening wordt nader ingegaan bij het onderwerp “Hoogte van de vergoeding”.
Wanneer sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever kan een extra vergoeding aan de werknemer worden toegekend. Vice versa is het ook mogelijk dat een lagere vergoeding wordt toegekend bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. Zie voor een nadere uitleg over situaties van ernstig verwijtbaar handelen de onderwerpen “Ernstig verwijtbaar handelen werkgever” en “Ernstig verwijtbaar handelen werknemer”.
In sommige gevallen is geen transitievergoeding verschuldigd. Bijvoorbeeld als de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Bij faillissement of surseance van betaling hoeft de werkgever ook geen transitievergoeding te betalen en als er sprake is van een werknemer onder de 18 jaar die maximaal 12 uur werkt. Bij het onderwerp “Geen transitievergoeding verschuldigd” zijn alle uitzonderingen opgenomen.
De transitievergoeding gaat per 1 juli 2015 in.
Gerelateerde berichten
19 november 2024
Een succesvolle afronding van surseance van betaling – Samenwerken aan een nieuw begin
Het is een unicum in de insolventiepraktijk; een geslaagde surseance van betaling. In de surseance van de Khalid Oubaha...
Ondernemingsrecht
7 november 2024
Hoe neem ik afscheid van een directeur
Waar gaat deze blog over Een naamloze vennootschap (N.V.) en een besloten vennootschap (B.V.) hebben één of meer...
Arbeidsrecht
4 november 2024
Een proeftijdontslag kan snel misgaan
Werkgevers kiezen er vaak voor om in de arbeidsovereenkomst een proeftijd op te nemen. Dit geeft de werkgever en de...
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.