Arbeidsrecht
1 april 2020

Noodmaatregel vanwege het coronavirus: lees hier wanneer deze geldt

JPR advocaten
De Tijdelijke Noodmaatregel vanwege corona | JPR Advocaten

Bekendmaking tijdelijke Noodmaatregel: wanneer komt een werkgever in aanmerking?

Op 31 maart 2020 heeft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tijdelijke Noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: de regeling) bekendgemaakt. Vanwege de uitbraak van het coronavirus heeft de overheid besloten de Werktijdverkorting-regeling te vervangen door bovengenoemde regeling. De hoofdlijnen waren al gecommuniceerd, maar nu is de regeling op detailniveau uitgewerkt.

Vanaf 6 april 2020 tot en met 31 mei 2020 is het voor werkgevers mogelijk een subsidieaanvraag op basis van de regeling in te dienen bij het UWV (www.uwv.nl).Het doel van de regeling is om de werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten. Werkgevers kunnen een beroep doen op deze tegemoetkoming indien sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste 20% gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020. Subsidieverlening vindt vervolgens plaats over de loonsom in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020. De berekening van de omzetdaling, de hoogte van de subsidie en de verplichtingen van de werkgever worden hierna besproken.

Vaststelling omzetdaling

Om in aanmerking te komen voor een subsidieverlening op basis van de regeling moet er een omzetdaling van ten minste 20% worden vastgesteld. De vaststelling van de omzetdaling geschiedt door het verschil tussen de referentie-omzet en de omzet in de periode van drie aaneengesloten kalendermaanden in de periode 1 maart tot en met 31 juli 2020 (hierna: omzet coronaperiode) te delen door de referentie-omzet. Werkgevers bepalen zelf of zij de omzetdaling berekenen over de meetperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Zolang het maar gaat over een aaneensluitende periode van drie maanden.

Berekening van de referentie-omzet vindt plaats door de omzet over het kalenderjaar 2019 te delen door vier. Dit geldt voor de werkgever die de uitoefening van zijn bedrijf uiterlijk op 1 januari 2019 is gestart. Is dat niet het geval, dan vindt berekening plaats door de omzet, gerealiseerd vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening tot aan 29 februari 2020, te delen door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen en vervolgens te vermenigvuldigen met drie. Van belang is dat er bij de berekening gebruik wordt gemaakt van een periode van drie maanden, zowel voor de referentie-omzet als voor de omzet in de coronaperiode.

Als formule ziet de berekening van de omzetdaling er als volgt uit:

Omzet coronaperiode – referentie-omzet / referentie-omzet x 100% = omzetdaling

De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in hele procenten en naar boven afgerond. Is de uitkomst lager dan 20%? Dan komt de werkgever niet in aanmerking voor een subsidie op basis van de regeling.

Hoogte van de subsidie

De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van januari 2020. De subsidie per maand is maximaal 90% van de loonsom over januari 2020. Het percentage van 90% is het maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. In geval van een lagere omzetdaling wordt de subsidie evenredig lager vastgesteld. De hoogte van de subsidie is – over het algemeen – de uitkomst van de volgende formule:

A x B x 3 x 1,3 x 0,9

A is de berekende omzetdaling op grond van artikel 6 van de regeling, zoals hierboven besproken. B is de totale loonsom van de werknemers waarvoor de werkgever het loon over het eerste aangiftetijdvak van het jaar 2020 heeft uitbetaald (januari 2020). Indien sprake is van een werkgever die per vier weken aangifte doet voor de loonheffingen, wordt B verhoogd met 8,33%. Verder geldt onder meer een maximering van het loon per werknemer tot een bedrag van €9.538,- per maand. Ook wordt de uitbetaling van de vakantiebijslag niet meegenomen bij de vaststelling van de loonsom.

Besluit tot subsidieverlening

Uiterlijk 13 weken na indienen van de aanvraag tot subsidieverlening door de werkgever ontvangt zij de subsidiebeschikking. De werkgever ontvangt bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot van 80% van het bedrag van de subsidieverlening.

Verplichtingen werkgever

De werkgever krijgt bij een subsidieverlening een aantal verplichtingen opgelegd, uitgewerkt in artikel 13 van de regeling. Belangrijke verplichtingen zijn onder meer de verplichting van de werkgever de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Verder is het de werkgever niet toegestaan werknemers te ontslaan vanwege een bedrijfseconomische reden. De werkgever is daarnaast verplicht tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie medewerking te verlenen aan onderzoeken ingesteld door de minister. Verzaakt een werkgever de verplichtingen genoemd in artikel 13 van de regeling, dan kan het UWV het verstrekte voorschot aan de werkgever geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Daarnaast geldt in het geval de werkgever toch overgaat tot een bedrijfseconomisch ontslag van een werknemer – terwijl zij een subsidieaanvraag heeft gedaan – dat het UWV de loonsomberekening corrigeert met de loonsom van de werknemer plus een verhoging van 50%.

Conclusie

Vanaf 6 april is het mogelijk voor werkgevers een subsidieaanvraag in te dienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Houd als werkgever rekening met de verplichtingen uit de regeling en met het feit dat de berekening van de tegemoetkoming plaatsvindt op basis van het percentage aan omzetverlies.

Heeft u vragen?

Neem contact op met een van onze specialisten. Het team arbeidsrecht van JPR staat voor u klaar.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.