Onrechtmatig verkregen bewijs in burgerlijke zaken

Paul Schepel
Onrechtmatig bewijs in burgerlijke zaken  | JPR Advocaten

De meeste zaken staan of vallen met het bewijs: is iets nu wel of niet gebeurd?

Bewijsmiddelen

Bewijs kan met alle middelen worden geleverd (1) denk aan:

  • Brieven, e-mails, elektronische berichten;
  • Beeld- en/of geluidsopnamen;
  • Verklaringen van getuigen (op papier of bij de rechter).

(1)Artikel 152 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv)

Onrechtmatig verkregen bewijs

Niet alles mag. Denk aan:

  • Het onderscheppen van brieven;
  • Het hacken van een computer;
  • Heimelijke opnamen (verborgen camera of opnameapparaat);
  • Gebruik maken van schending van een beroeps- of ambtsgeheim;
  • Inbreuk op persoonlijke levenssfeer.

Praktijkvoorbeelden

  • Belastingambtenaar verstrekt kopie notariële akte aan alimentatieplichtige ex-echtgenoot waarin partijen verklaren dat zij samenwonen;
  • Bandopname van zakelijk telefoongesprek (2)(niet onrechtmatig; van privégesprek wel);
  • Geheime camera bij kassière verdacht van diefstal (3) (niet onrechtmatig);
  • Beeldopnamen van woning bijstandsgerechtigde door bevoegde opsporingsambtenaren (4) (niet onrechtmatig);
  • Geheime foto- en video-opnamen door recherchebureau in opdracht van verzekeraar (5);
  • Proces-verbaal uit strafzaak in verzekeringskwestie (6)(hangt van omstandigheden af);
  • Bespieden bijstandsmoeder door buurman, adjunct-directeur Sociale Dienst (7);

(2) Standaardarrest HR 16 oktober 1987, NJ 1988/850 (Driessen/Van Gelder)
(3) HR 27 april 2001, NJ 2001/421
(4) HR 11 november 1994, NJ 1995/400
(5) HR 31 mei 2002, NJ 2003/589
(6) HR 11 september 1998, NJ 1999/664
(7) HR 9 januari 1987, NJ 1987, 928

Bruikbaar voor bewijs?

De Hoge Raad laat in de regel ook onrechtmatig verkregen bewijs toe. Alleen onder bijzondere omstandigheden moet dat buiten beschouwing blijven (8).
Zo mocht een verzekeraar geen gebruik maken van een rapport dat was gemaakt in strijd met de Gedragscode Persoonlijk onderzoek van het Verbond van Verzekeraars (9).

Ook een heimelijk gemaakte geluidsopname met een verklaring van een getuige die een beroep deed op zijn verschoningsrecht als naast familielid mocht niet worden gebruikt. Het ging om het volgende.

Een man was getuige van een aanvaring tussen zijn stiefdochter en een zoon van zijn broer. De zoon beweerde te zijn mishandeld door zijn nicht. De nicht beweerde dat er alleen wat duw- en trekwerk is geweest. De stiefvader heeft bij de politie en later in een voorlopig getuigenverhoor met een beroep op zijn verschoningsrecht (10) geweigerd een verklaring af te leggen. Daarop liep de zaak stuk voor de zoon: er waren geen andere getuigen en er was nauwelijks ander bewijs. De strafzaak werd geseponeerd, zijn beklag daarover bij het gerechtshof (11) afgewezen en de vordering tot schadevergoeding bij de burgerlijke rechter in twee instanties afgewezen (12).

Het doel, het vaststellen van de waarheid in een civiele procedure, heiligt dus niet alle middelen. Wij adviseren u in voorkomend geval graag over de kansen en de risico’s.\

(8) HR 7 februari 1992, NJ 1993/78 en 12 februari 1993, NJ 1993/599
(9) HR 18 april 2014, NJ 2015/20 (Achmea/R.)
(10) Artikel 165, tweede lid onder a, Rv.
(11) Op grond van artikel 12 Wetboek van strafvordering
(12) Gerechtshof ‘s Hertogenbosch 29 januari 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:285; Prg 2019/83

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.