Door de coronacrisis geldt momenteel een oranje reisadvies voor veel landen om ons heen. Dit houdt in dat wordt geadviseerd alleen bij noodzaak te reizen naar het buitenland. Een Poolse werknemer negeerde het afreisverbod van zijn werkgever en reisde af naar Polen met zijn vrouw voor een vakantie. Mag de werknemer hierdoor op staande voet ontslagen worden?
Wat gebeurde er?
Een Poolse werknemer kreeg eerder al twee officiële waarschuwingsbrieven voor twee verschillende incidenten. Daarop volgde nog een incident, wat een derde waarschuwingsbrief tot gevolg had en de mededeling dat bij een volgende misdraging maatregelen worden getroffen. Na een vierde incident stelt de werkgever in de waarschuwingsbrief dat de werknemer elders in de fabriek wordt ingezet en dat bij een volgende overtreding wordt overgegaan tot het per direct beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Twee dagen na deze laatste officiële waarschuwingsbrief meldt de werknemer zich ziek. De werknemer kan na ongeveer een maand aangepast werk te hebben verricht en een vakantie zijn werkzaamheden weer volledig hervatten.
Uiteindelijk deelt de werknemer mede dat hij op 4 december voor het laatst zal werken en daarna vertrekt naar Polen met zijn vrouw. Daarbij heeft hij om een brief gevraagd waaruit blijkt dat het contract niet wordt verlengd om zodoende aanspraak te kunnen maken op een WW-uitkering, maar de werkgever wil hieraan niet mee werken.
Vervolgens zegt de werknemer conform zijn contract te blijven en vervolgens uit dienst te treden. Nadat de werknemer tweemaal eerder stopt met werken wegens pijnklachten volgt een gesprek met de werkgever en een tolk. In dit gesprek wijst de werknemer erop dat hij verlof heeft gekregen en hij naar Polen zal afreizen. De werkgever stelt hier niet langer mee te kunnen instemmen, allereerst vanwege de coronapandemie en de daarmee samenhangende verplichte quarantaineperiode en daarnaast vanwege een geplande afspraak bij de bedrijfsarts. Later wordt per e-mail bevestigd dat ontslag zal volgen indien de werknemer naar Polen afreist. Vervolgens reist de werknemer toch met zijn vrouw naar Polen en is hierdoor bovendien niet aanwezig bij de afspraak met de bedrijfsarts. Voor de werkgever is dit de druppel en ontslag op staande voet volgt.
Een zwaarwegend bedrijfsbelang
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was. Tot deze beslissing kwam de kantonrechter door aan te nemen dat er sprake was van een zwaarwegend bedrijfsbelang. Dit komt volgens de kantonrechter doordat de werknemer na terugkomst uit Polen tien dagen in quarantaine moet verblijven en hij hierdoor niet kon werken. De functie van de werknemer kan immers niet vanuit huis worden vervuld. Dit tezamen met het feit dat de werknemer zonder goede reden niet op de afspraak met de bedrijfsarts verscheen en in het licht van de eerder gemaakte verwijten maakte dat de werkgever een dringende reden had om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.
Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk?
De werknemer is in dit geval terecht ontslagen omdat hij wist dat hij zich eigenlijk geen misstap meer kon veroorloven. Enkel het afreizen van de werknemer naar een gebied met kleurcode oranje, ondanks de bezwaren van de werkgever, was waarschijnlijk onvoldoende geweest om tot eenzelfde conclusie te komen.