De Hoge Raad doet uitspraak over het karakter van de billijke vergoeding na ontslag. De werkgever die het al te bont maakt, riskeert een aanzienlijke ontslagvergoeding.
Transitievergoeding
De werkgever die de arbeidsovereenkomst opzegt, is aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd als de arbeidsovereenkomst minstens 24 maanden heeft geduurd.
De hoogte van de transitievergoeding hangt af van de leeftijd van de werknemer en de duur van het dienstverband.
Billijke vergoeding
Als de werkgever in strijd met de wet opzegt, kan de rechter op verzoek van de werknemer de opzegging vernietigen dan wel op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen. De Hoge Raad heeft onlangs aangegeven hoe deze vergoeding tot stand komt.
De feiten
Een kapster, sinds 1989 bij haar werkgever in dienst, kreeg in 2014 het voorstel om – zonder een vergoeding – in te stemmen met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit deed zij niet. Een daarop volgend ontslagverzoek van de werkgever bij het UWV ging ook onderuit. Vervolgens ontstond discussie over een op te nemen vakantie. De werkgever gaf aan er nu “wel klaar mee te zijn” en ontsloeg de kapster zonder toestemming van het UWV.
De kantonrechter kende aan werknemer een transitievergoeding, alsmede een billijke vergoeding van € 4.000,00 toe. Het Hof deed dit ook en stelde daarbij dat bij de berekening van de billijke vergoeding geen rekening kan worden gehouden met de gevolgen van het ontslag. Die zijn al meegenomen in de transitievergoeding. Dat geldt ook voor de duur van het dienstverband.
Evenmin is de billijke vergoeding een compensatie voor het loon dat de werknemer is misgelopen als de arbeidsovereenkomst was blijven bestaan. De billijke vergoeding moet worden gezien als een strafmaatregel, zo stelt het Hof. De Hoge Raad denkt daar anders over.
Hoge Raad
De Hoge Raad is van mening dat de billijke vergoeding geen strafmaatregel is.
De Hoge Raad bepaalt dat de billijke vergoeding is bedoeld om de werknemer te compenseren voor de gevolgen van het ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever en het door hem gegeven vernietigbare ontslag.
Daarbij kan onder meer rekening worden gehouden met:
- de duur van het dienstverband;
- de (on)mogelijkheid voor werknemer ander werk te vinden;
- het inkomen dat de werknemer had kunnen verdienen als de arbeidsovereenkomst was blijven bestaan (tot aan de pensioendatum!).
Vooral dat laatste kan voor de werkgever fors in de papieren lopen.
In de zaak van de kapster ziet het er naar uit dat zij in plaats van een billijke vergoeding van € 4.000,-- een billijke vergoeding ontvangt waar zij al eerder om had verzocht. Een bedrag van € 58.000,-- ! Het is dan ook zaak bij ontslag de regels nauwgezet te volgen. Wij kunnen u daarbij helpen.