Dit verweer wordt vaak in stelling gebracht tegen verzekeraars die een beroep doen op een beding in polisvoorwaarden of op in e-mails gedane mededelingen. In een recente uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening over een telefoonverzekering kwam een dergelijk verweer ook aan de orde en wees de Geschillencommissie (r.o. 4.6) op de mogelijkheid dat de verzekeraar dan met een beroep op de exhibitieplicht van art. 843a Rv – zeker bij elektronisch/digitaal afgesloten polissen! – wel degelijk de mogelijkheid heeft bewijs van de daadwerkelijke ontvangst te bewijzen:
“Verzekeraar had voor het leveren van dit bewijs, op grond van de exhibitieplicht van artikel 843a Wetboek van Rechtsvordering, van Consument of diens provider – zie voor dit laatste Hoge Raad 10 juli 2015, NJ 2016, 50 - kunnen eisen dat deze informatie verstrekt aangaande het feit of de aanmaning het e-mail adres waarnaar deze is verstuurd heeft bereikt op een bepaald door Verzekeraar gesteld moment als vaststaat dat dit e-mail adres een e-mail adres is van Consument. Het was voor Verzekeraar derhalve niet onmogelijk het van hem gevraagde bewijs dat de aanmaning door Consument ook was ontvangen, te leveren. Verzekeraar heeft dit evenwel nagelaten met als gevolg dat de ontvangst van het bericht door Consument niet vaststaat.”
Voor de volledige uitspraak lees hier.