Een CAO principeakkoord in de bouw, wat heeft dat voor gevolgen?
Afgelopen weekend is er een principeakkoord bereikt tussen werkgevers- en werknemersorganisaties in de Bouwnijverheid. Maar wat houdt een dergelijk principeakkoord in?
Een principeakkoord tussen werkgevers- en werknemersorganisaties houdt in dat partijen voornemens zijn om over te gaan tot ondertekening van een CAO-tekst met dezelfde inhoud als het principeakkoord. Het kan worden gezien als een voorovereenkomst. Echter, pas als de achterban van zowel werkgevers- als werknemersorganisaties akkoord zijn is er sprake van een definitief akkoord.
Indien de achterban akkoord gaat, komt de CAO tot stand. Aan de CAO gebonden werkgevers en werknemers, kortgezegd de leden van de organisaties die de CAO zijn overeengekomen, zullen deze nieuwe afspraken alsdan moeten uitvoeren.
Ongebonden werkgevers, zijnde werkgevers die geen lid zijn van een CAO-sluitende organisatie en daarbij niet betrokken zijn, hebben in beginsel niets te maken met het principeakkoord en/of de CAO. Ook niet als de werknemers wel lid zijn van een CAO-sluitende organisatie. Dit wordt alleen anders als de CAO algemeen verbindend zou worden verklaard (AVV) door de Minister. De CAO’s Bouwnijverheid 2011, 2009-2010 en 2007-2009 zijn allen algemeen verbindend verklaard, zodat te verwachten valt dat ook een eventuele CAO 2012 algemeen verbindend zal worden verklaard.
De hogere boetes voor CAO-overtredingen, de versobering van de opleidingsmogelijkheden en de aangepaste vergoedingen voor ziekte- en reiskosten zijn enkele onderwerpen die alsdan voor alle werknemers en werkgevers in de bouw zullen gaan gelden.
Het principeakkoord is dus een voorstadium voor het eventueel tot stand komen van een nieuwe CAO. Is de achterban akkoord dan komt de CAO tot stand en gelden de nieuwe afspraken, vooralsnog alleen voor de bij de CAO-sluitende partijen maar waarschijnlijk op korte termijn voor alle werkgevers en hun werknemers in de Bouwnijverheid.