De zogenoemde bv-constructie in de zorgsector is een manier om de normering van de WNT te ‘omzeilen’. Zo vond ook de politiek.
Het op 20 juni 2019 gepubliceerde wetsvoorstel Wet tegengaan ontwijking WNT ziet op het tegengaan van een drietal mogelijkheden om de WNT te ontwijken.
De bv-constructie in het kort
Bij een bv-constructie besteedt de WNT-instelling zorg uit aan een besloten vennootschap (bv). Die bv is niet door de instelling zelf opgericht. De bv is onderaannemer en voert de zorg uit in plaats van de WNT-instelling. De WNT-instelling blijft wel degene die contracteert met de zorgverzekeraar.
Door deze constructie is de bv niet aan te merken als ‘gelieerde rechtspersoon’.
Is die bv geen WNT-instelling op grond van bijvoorbeeld de Wet toelating zorginstellingen (WTZi-status), dan is het beloningsplafond van de WNT niet van toepassing op de topfunctionaris van die bv. Daardoor is het mogelijk om als bestuurder meer te ontvangen dan de WNT-maxima, namelijk meer dan € 194.000,00 aan loon over 2019 en meer dan € 75.000,00 als vertrekvergoeding.
Wat verandert er?
Het wetsvoorstel verkeert in de consultatiefase. Dat wil zeggen dat het wetsvoorstel gepubliceerd ter raadpleging. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben er dus (nog) niet over gestemd – als het al tot een stemming komt.
Als de Wet tegengaan ontwijking WNT in huidige vorm wordt aangenomen, dan leidt dat tot de volgende wijzigingen:
- Als een WNT-instelling een of meer leden in het bestuur van de rechtspersoon (bv) benoemt of op andere wijze invloed van betekenis heeft op het beheer of beleid van de bv, dan is het beloningsplafond van de WNT op die betreffende bestuurder(s) van toepassing.
- Is de topfunctionaris eenmaal in dienst geweest op basis van een dienstbetrekking, dan kan niet alsnog via ‘uitlening’ via bijvoorbeeld een management-bv de normering van de WNT worden ontweken. Kortom, eenmaal van toepassing, blijft de WNT-normering van toepassing op de topfunctionaris die in dienstbetrekking is/was.
- Om meer duidelijkheid te creëren over wanneer de WNT van toepassing of op WTZi-instellingen (of niet), wordt niet meer verwezen naar de Wet toelating zorginstellingen, maar geeft de WNT voortaan zelf een opsomming van voorwaarden. Is voldaan aan die voorwaarden, dan is de instelling een WNT-instelling.
Conclusie
De werking van de WNT wordt met deze wijzigingen uitgebreid. De vraag kan gesteld worden of die uitbreiding is te zien als een uitbreiding in de richting van de private sector en daarmee dus ongewenst is. Het ligt genuanceerder. De uitbreiding heeft alleen betrekking op de bezoldiging van de bedoelde topfunctionaris van de bv en de bv (gelieerde rechtspersoon) wordt als zodanig geen WNT-instelling.
Hoe dan ook, ook nu zijn overgangsrechtelijke bepalingen opgenomen waarin de ‘oude situatie’ in sommige gevallen voor een bepaalde periode wordt toegestaan.
Wat dat in uw specifieke situatie betekent, onderzoeken wij graag met u