Afgelopen jaar is in de wet opgenomen dat werkgevers een compensatie kunnen aanvragen voor aan langdurig zieke werknemers betaalde transitievergoedingen/beëindigingsvergoedingen. Hier blogde ik al eerder over.
Vanaf 1 januari 2021 wordt het voor kleinere bedrijven ook mogelijk een compensatie voor betaalde (transitie)vergoedingen aan te vragen als sprake is van een bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of overlijden van de eigenaar. In dat geval zullen kleinere werkgevers dus niet meer met de financiële gevolgen blijven zitten na het beëindigen van hun onderneming.
Voorwaarden compensatie
Om voor een compensatie in aanmerking te komen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Reden van bedrijfsbeëindiging
De reden van de bedrijfsbeëindiging moet gelegen zijn in het feit dat één van de eigenaren, dga’s, vennoten of maten van de onderneming:
- de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt (of dit binnen zes maanden na het ontbindingsverzoek/ontslagaanvraag bereikt); of
- is overleden.
Voorwaarden eigenaar/directeur-grootaandeelhouder
De desbetreffende eigenaar, dga, vennoot of maat moet deze functie al minimaal twee jaar vervullen op het moment van de ontslagaanvraag. De onderneming moet dus ook minimaal twee jaar bestaan, voordat deze in aanmerking kan komen voor compensatie.
Aantal werknemers
De werkgever mag gemiddeld niet meer dan 24 werknemers in dienst hebben gehad in de tweede helft van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de (eerste) ontslagaanvraag bij UWV of het ontbindingsverzoek bij de rechter is ingediend. Voor het aantal werknemers worden werknemers bij groepsondernemingen meegeteld.
Wijze van beëindiging
Om in aanmerking te komen voor de compensatie moet de werkgever voor ten minste één van de werknemers een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen hebben ingediend en moet het UWV de ontslagvergunning hebben verleend (of de kantonrechter de arbeidsovereenkomst hebben ontbonden). Voor de overige werknemers is het niet relevant of de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd, door opzegging of bijvoorbeeld door wederzijds goedvinden (via een vaststellingsovereenkomst).
Als het bedrijf wordt beëindigd wegens overlijden van de werkgever, moet de eerste ontslagaanvraag binnen 12 maanden na het overlijden zijn ingediend.
Moment verstrekken (transitie)vergoeding
De (transitie)vergoeding moet verschuldigd zijn (geweest) op of na 1 januari 2021 en in de zes maanden voorafgaand aan de eerste ontslagaanvraag óf in de negen maanden nadat het ontbindingsverzoek/ontslagaanvraag is ingewilligd. Als een contract voor bepaalde tijd vlak vóór de bedrijfsbeëindiging niet wordt verlengd, wordt de in verband daarmee betaalde transitievergoeding dus ook gecompenseerd. Dit is ook logisch, nu dergelijke ‘ontslagen’ vaak samenhangen met de voorgenomen bedrijfsbeëindiging.
Termijn aanvragen compensatie
De compensatieaanvraag moet worden ingediend binnen 12 maanden na de eerste ontslagaanvraag, die tot toestemming voor ontslag of ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft geleid.
Voor welke werknemers?
De compensatie wordt alleen verstrekt voor werknemers die op 31 december van het voorgaande kalenderjaar bij de werkgever in dienst waren, of van wie het contract in dat jaar na 1 juli is geëindigd. De transitievergoeding is overigens ook niet hoog voor werknemers die kort voor de bedrijfsbeëindiging bij de werkgever in dienst zijn getreden. De financiële ‘lasten’ hiervan zijn dan ook relatief laag.
Bedrijfsbeëindiging wegens ziekte
Het voornemen was dat werkgevers vanaf 1 januari 2021 ook zouden worden gecompenseerd als de werkgever ziek wordt en daarbij niet wordt verwacht dat de werkgever het bedrijf kan voortzetten binnen zes maanden. De inwerkingtreding hiervan is echter uitgesteld. Zodra hier meer bekend over is, zullen we hier een blog over schrijven.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen of wilt u geadviseerd worden over een bedrijfsbeëindiging? Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.