Wolvenbeten en verzekering. De verzekerde hoedanigheid

Manon Pluymen
Verzekerde hoedanigheid van wolvenbeten | JPR Advocaten

Op 12 december 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin het ging om de omschrijving van de verzekerde hoedanigheid onder een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Het ging om een aansprakelijkheidskwestie naar aanleiding van wolvenbeten. De uitspraak van de Rechtbank onderschrijft het belang van een goede en actuele omschrijving van de verzekerde hoedanigheid in de polis.

In deze blog bespreek ik de voornoemde uitspraak, maar niet voordat ik een korte inleiding heb gegeven in het verzekeringsrecht met betrekking tot ‘de verzekerde hoedanigheid’.

De verzekerde hoedanigheid

Bij verschillende soorten verzekeringen, waaronder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, is de verzekerde hoedanigheid van de verzekerde van belang. De verzekerde hoedanigheid staat doorgaans omschreven op het polisblad.

De omschrijving van de verzekerde hoedanigheid op het polisblad kan (mede)bepalend zijn voor de omvang van de verzekeringsdekking onder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Als dat het geval is, bestaat er alleen verzekeringsdekking voor aansprakelijkheid van de verzekerde jegens een derde, indien de gedraging of gebeurtenis die tot zijn aansprakelijkheid heeft geleid naar verkeersopvattingen nog onder de omschrijving van de verzekerde hoedanigheid valt. Zie J.H. Wansink, De algemene aansprakelijkheidsverzekering, Kluwer 2006, p. 87.

Voorbeeld

Wellicht is een voorbeeld op zijn plaats. In het bekende Wimpy-bar-arrest van de Hoge Raad (ook wel bekend als het Caransa-arrest) luidde de dekkingsomschrijving van een opstalverzekering als volgt: 'de opstal van het pand, van steen gebouwd met harde dekking, waarin Wimpy-bar.' Toen het pand waarin Wimpy-bar gevestigd was op 8 januari 1979 in de brand vloog, vernam de verzekeraar dat niet alleen ‘snelrestaurant’ Wimpy-bar, maar ook een Pakistaans restaurant in het pand gevestigd was. De verzekeraar weigerde vervolgens de schade te vergoeden, zulks met een beroep op de dekkingsomschrijving (“waarin Wimpy-bar”). In 1992 deed de Hoge Raad uitspraak: de verzekeraar hoefde niet uit te keren. Zie HR 15 mei 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0602, NJ 1993, 263 m.nt. M.M. Mendel.

Juridische literatuur

Mijnssen heeft er reeds in 1985 op gewezen dat de verzekerde mogelijk niet begrepen heeft – en ook niet heeft hoeven begrijpen – dat de verzekeringsdekking beperkt is tot activiteiten en gebeurtenissen die onder de dekkingsomschrijving op het polisblad vallen. Hij wijst er in dit verband op dat verzekeraars de mogelijkheid hebben om dit expliciet in de polis op te nemen. Zie HR 6 januari 1984, ECLI:NL:HR:1984:AG4728, NJ 1985, 590 m.nt. F.H.J. Mijnsen.

In 2014 heeft ook Leerink betoogd dat van belang is of de verzekeraar op voldoende duidelijk kenbare wijze aan de verzekerde duidelijk heeft gemaakt dat de dekking is beperkt tot activiteiten die passen binnen de verzekerde hoedanigheid. Zie P.M. Leerink, ‘De aansprakelijkheidsverzekering’, in: M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen & J.G.J. Rinkes (red.), Verzekeringsrecht, Deventer: Kluwer 2014, p. 653-688, aldaar p. 676.

De uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland

Op 23 september 2015 neemt een moeder haar twee kinderen mee naar thema/familiepark Oikos in Ruinen. Dit park heeft onder andere een afgesloten ruimte waarin wolven verblijven.

De ruimte met wolven is slechts toegankelijk onder begeleiding van de door Oikos aangestelde personen. Op de website van Oikos staat dat het betreden van het wolvenverblijf op eigen risico geschiedt.

De moeder heeft voorafgaand aan het bezoek gebeld met Oikos en gevraagd of het wolvenverblijf ook kan worden betreden met kinderen in de leeftijd van vijf tot acht jaar. Hierop is bevestigend geantwoord.

Helaas gaat het mis in het wolvenverblijf. Een van de twee kinderen, vijf jaar oud, wordt gegrepen door een wolf en enkele meters meegesleurd. Ze wordt twee keer gebeten. De moeder slaagt erin de wolf te verdrijven, maar daarbij wordt zij ook zelf gebeten door wolven.

Nadien gaat het niet goed met de moeder en haar kinderen. Het kind van vijf jaar oud moet drie keer worden geopereerd aan haar been. Alle drie hebben een psychologisch trauma opgelopen.

De moeder spreekt Oikos Holding B.V. aan ter vergoeding van de schade. Tevens spreekt zij Oikos’ bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar Delta Lloyd :954 BWdirect aan, zulks met een beroep op.

Oikos is aansprakelijk

De Rechtbank overweegt dat Oikos aansprakelijk is voor de schade, zulks op grond van art. 6:179 BW in combinatie met art. 6:181 BW. Het gaat hierbij om risicoaansprakelijkheid. Oikos heeft overigens geen verweer gevoerd tegen de vordering van de moeder.

Delta Lloyd hoeft niet uit te keren

Het beroep van de moeder op art. 7:954 BW slaagt echter niet. Lid 1 van dit artikel bepaalt het volgende:

‘Indien in geval van een verzekering tegen aansprakelijkheid de verzekeraar ingevolge artikel 941 de verwezenlijking van het risico is gemeld, kan de benadeelde verlangen, dat indien de verzekeraar een uitkering verschuldigd is, het bedrag dat de verzekerde daarvan ter zake van de schade van de benadeelde door dood of letsel te vorderen heeft, aan hem wordt betaald.’

Dit artikellid brengt mee dat de moeder van Delta Lloyd kan verlangen dat, indien Delta Lloyd een uitkering aan Oikos verschuldigd is uit hoofde van de aansprakelijkheidsverzekering, de uitkering niet aan Oikos als verzekerde wordt betaald, maar aan haar (de moeder) als benadeelde.

De Rechtbank overweegt in dit verband dat de vordering van de moeder ex art. 7:954 BW geen zelfstandige, ‘eigen’  vordering van de benadeelde op de aansprakelijkheidsverzekeraar is, maar een vordering die afhankelijk is van de vraag of de verzekerde (Oikos) een vordering kan doen gelden op de verzekeraar. Met andere woorden: de moeder heeft alleen recht op uitkering, indien Oikos recht op uitkering heeft.

Welnu, de Rechtbank overweegt dat Oikos géén recht op uitkering heeft, omdat de schadegebeurtenis niet onder de dekking valt. De Rechtbank wijst in dit verband op de omschrijving van de verzekerde hoedanigheid op het polisblad van de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van Oikos:

"Eigenaar/ exploitant van een thema-/familiepark inclusief biologische tuinen, theehuis/lunchroom, kinderboerderij alsmede wolvenopvang op een afgesloten terrein".

De Rechtbank overweegt dat uit deze omschrijving niet blijkt dat het toelaten van bezoekers, waaronder kleine kinderen, tot een afgesloten ruimte waarin wolven verblijven, tot de verzekerde activiteiten behoort. De woorden ‘familiepark’, ‘theehuis’ en ‘kinderboerderij’ scheppen die verwachting ook niet. Bovendien is niet gebleken dat Delta Lloyd op de hoogte is gebracht van de betreffende bedrijfsactiviteit (‘Oog in oog met wolven’).

Slot

De vordering van de moeder op Oikos Holding B.V. werd toegewezen. De vordering op Delta Lloyd werd afgewezen.

U kunt de besproken uitspraak hier zelf nalezen.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.